dinsdag 14 juni 2011

Swing en Route, dronken van applaus en een doorgedraaide Gitarist

Vannacht werd ik weer eens wakker in het holst van de nacht.

De hersens zijn scherp en meteen doemen de geesten en demonen van mijn werk op. De man die niet iets af wil tekenen, de jongens die op me wachten. De mislukte migratie, Ik wil hier niet over denken om half 4 in de nacht.

Als tegenmaatregel denk ik terug aan het weekend, aan weer eens een optreden sinds een jaar of 3. En wat voor een optreden was dit zeg. Samen met Joost Belinfante, megatalent Laurens Joensen, Zweedse muziek reus Henrik Holm en Italiaanse bevlogenheid hem zelf Fabio.

Het is lang, heel lang geleden dat ik dronken van applaus en waardering van het podium stapte. Maar wat wil je ook met 2 van die kanjers vooraan op het podium. Onthoud die naam Laurens Joensen en Joost ja die moet je al heel lang kennen.

Dit optreden kwam zeker op een hele hoge plaats van leuke optredens, en dan besluit ik midden in de nacht eens te graven in mijn geheugen naar vorige leuke optredens en daar kwam hij weer: Swing en Route in Cork. Te leuk om nou eens niet op te schrijven.

We zeggen ergens half tachtiger jaren, ik was idolaat van Django Reinhardt en moest en zou die muziek maken. Na jaren van proberen stond er een leuk orkest. Niet echt Django zoals Django puur moest zijn maar een mix van Django en dertiger en veertiger jaren swing. Naast mij hadden we een Ierse gitarist, genaamd Thomas, die na vele omzwervingen in Amsterdam terecht was gekomen en een violist Koos met wie ik daarna meer dan een decennia muziek mee heb gemaakt. De ritme sectie bestond naast mezelf uit Theo, een gepensioneerde drummer en Rens de meest maffe contrabassist aller tijden.

Theo en Rens zijn in het zelfde jaar overleden, een jaartje of 3 terug.

Op de crematie van Theo heb ik een gedeelte van dit verhaal verteld staande naast zijn kist, luisterend naar de opnamen in die tijd omdat het zo stereotiep voor hem was. Maar gauw terug naar de mooie tachtiger jaren.

Thomas was bezeten van de band dat hij het aandurfde bandjes naar Ierland te sturen naar zo een beetje elke organisatie die iets met muziek deed. Zo kwam de uitnodiging om voor een prestigieus Jazz festival te spelen, het Guinness Jazz festival van Cork.
De vergoeding bedroeg een kleine 2000 gulden voor twee optredens verdeeld over de vrijdag en de zaterdag avond. Als een gek begonnen we te rekenen, verblijf , reis en eten voor 5 man. Dit kwam niet uit, behalve als we een goedkope caravan huurde (ideetje Thomas) en met 1 auto zouden gaan.
Natuurlijk moest dat de Opel van Theo worden, die was lekker groot en de organisatie zou zorgen voor professionele geluidsinstallatie en dus hoefden we alleen onze instrumenten mee te nemen.
Maar al mijmerend keken we de contrabassist aan en dachten hetzelfde… 5 man met instrumenten in 1 auto dat moet kunnen maar ook nog een contrabas. Rens vloog uit zijn stoel en riep ik los dat op.

Een paar dagen voor het vertrek stond een gigantische doodskist te wachten voor de deur, ongeveer net zo langs als een doodskist maar dan twee keer zo breed. In combinatie met een zelf gefabriceerde imperiaal werd deze constructie op het dak van de Opel gehesen en daarna voorzien van contrabas, extra zeil voor de regen en de Opel van Theo kon zo meedoen in de nieuwste Mad Max film als zelf gefabriceerde kanonnen auto.

Het is mij nog steeds een raadsel hoe we de kust van Wales leven hebben bereikt. Rens zou het grootste stuk in Engeland rijden want dat had hij al eens gedaan en pas na vier roundabouts met noodstoppen van vrachtwagens en andere niet te missen objecten geloofde hij eindelijk dat rotondes links genomen moeten worden in plaats van rechts.

Midden in de nacht in Wales stappen we op de tweede veerboot, goedkoopste tickets natuurlijk dus probeer de nacht maar zittend door te komen.
De stoelen waren niet echt de stoelen waar je eens lekker een uiltje te gaan knappen, dus Theo en Rens, dikke maatjes, oude buurtjes besloten een alternatief slaapplek te gaan vinden en vonden twee bankjes in het speeltuin gedeelte van de boot.
Ik ging me maar eens nestelen op de niet lekkere stoelen en half dommelend merkte ik dat de Ierse zee aardig kon spoken. Het water werd steeds afwisselend zicht baar aan beide kanten zonder dat je daarvoor naar beneden hoefde te kijken, mijn maag protesteerde hevig maar de angst nam zijn overhand. Als stadse kweek wordt ik zeeziek in de rondvaartboot van Kooy laat staan op een krakkemikkige veerboot op de ruige Ierse Zee.
Theo had het grootste gedeelte van zijn leven op de koopvaardij rond gebracht en zich door oorlogen heen gevaren waar wij alleen maar films van hadden gezien.
Ik besloot naar Theo te waggelen en schudde hem wakker. Theo, Theo wordt eens wakker. Gaat dit wel goed? Wat is er dan vroeg Theo. Nou die boot, het stormt en dit wrak gaat tekeer als een gek. Theo gaat even rechtop zitten en sprak de legendarische woorden. Ah Man dit stelt niets voor, ga slapen.
Deze woorden waren zo stellig dat de angst uit mijn lichaam zakte en een paar uur later plaats maakte voor een vette lachbui toen ik twee slaapzakjes zag, ver over het hoofd getrokken en een bataljon peuters die met oorverdovend kabaal de speeltuin hadden ingenomen.

Nadat we met kleine oogjes door het Ierse landschap van regen reden en met een paar uur speling aankwamen op de plek van de optredens genaamd Hotel Savoy bleek dat het hotel gerekend had op ons verblijf en dat we vrij mochten logeren. Dit ontaardde in een heftige woordwisseling want de camping houder bleek een vriend van Thomas en die kon hij toch niet.. Dus mokkend kwamen we op de camping terecht na een slecht optreden voor twee Ierse toeschouwers die waarschijnlijk te dronken waren om te zien of er niet wat beters op het festival was.

Thomas besloot met oude vrienden de stad onveilig te maken , wellicht geholpen door wat chemische hulpmiddelen en zette tot ergernis van de zieke violist de camping op stelten met een hoop gebral.
Het tweede optreden kon niet anders een dan een puinhoop worden, de solisten keken elkaar niet aan en Thomas was voor niemand aanspreekbaar.
De zaal was echter vol en na een half uurtje plichtmatige applausjes begon hij wat minder vol te worden. Het vuur zat niet echt in het spel al speelde we wel keurig ons moeizaam ingestuurde arrangementen.
In Nederland hadden we voor de lol besloten om een medley nummertje maken van een paar Ierse volksnummers. Een paar minuutjes als eerbetoon aan Ierland, het moeder en vaderland van Thomas.
Zodra dit nummer enkele maten vorderde gebeurde er een wonder in de zaal. Het publiek werd gek, joelde, schreeuwde, zong, klapte mee. De zaal was in enkele maten dubbel vol en gaande weg besloten we anoniem en zonder overleg dat we dit nummer maar even moesten rekken.
Na een kwartier besloten we dat het mooi was maar daar was het publiek niet mee eens. Give those Dutchies a Beer en zowaar er liepen opeens serveersters het podium met bergen pullen bier.
Na nog een half uur alle variaties op de medley aangevuld met het hele Ierse repetoire dat de violist, die gelukkig ooit veel aan folk deed ,en Thomas kende mochten we onder een oorverdovend applaus van het podium.
Dronken van het grootste succes en later van het bier zochten we laat ons Pipo de clown logement weer op.
Het is daarna nooit meer goed gekomen tussen ons en de gitarist.
De terugreis stond bol van de spanning totdat we bij de Ierse veer kwamen naar Wales. We zetten de auto op de volle parkeerplaats en besloten met wat instrumenten de wachtkamer aan te vallen. Thomas bleef mokkend in de auto.
Na een uur vol lol en gejam(mer) en nog steeds geen aankondiging dat onze boot wegging besloten we eens buiten te kijken of Thomas de auto niet had opgeblazen.
De hele parkeerplaats was leeg op een auto na met een grote zware kist. We zagen net laatste auto de boot opgang. Naast onze auto stond een boze uit zijn vel springende gitarist.
We renden naar de auto en scheurde de boot op. Thomas besloot ons alle uit te foeteren totdat Rens ontplofde. Een grote Friese boerenzoon arm stak van de achterbank naar de voorbank (want niemand wilde naast Thomas zitten) en greep de verbaasde Ier bij de strot. Rens zijn engels was nou niet om naar huis te schrijven maar de woorden die volgden lieten niets aan de onduidelijkheid over. Hier viel niet mee te spotten en pas in Amsterdam voor zijn voordeur sprak Thomas zacht de woorden. Sorry and Bye.
Jaren later vond ik in de auto van Theo nog de restanten van die reis, het avontuur was groots en de band deed zijn naam eer aan: Swing en Route.
Rens is overleden omdat hij ontplofde over een buurman op een andere camping en ditmaal zijn hart dit niet trok en Theo tussen zijn vrienden na een lang ziekbed. Wing en Route heeft nog enkele jaren bestaan in wat wisselende samenstellingen en uiteindelijk opgesplitst in twee nieuwe bands maar dat is voor een andere keer.