woensdag 18 september 2013

De roze krokodil vertelt vanuit het ziekenhuis over Treintje

De juf klapte even hard in de handen en alle kinderen hielden direct hun mond. Jongens en meisjes, hier hield de juf even stil. Een kleine glimlach verscheen op haar gezicht. De kinderen wisten direct dat er iets speciaals stond te gebeuren. Zouden we een spelletjes dag hebben of of of..

Jagje onze lieve krokodil, vervolgde de juf, is al drie weken niet meer langs geweest.
Dat klopt want zoals jullie weten ligt Jagje in het ziekenhuis.
Ik heb begrepen dat hij nog langer daar moet blijven liggen en dat hij daar best verdrietig over is.
Een van de kindjes die voor in de klas zat stond op en vroeg: Gaan we weer tekeningen  voor hem maken Juf?
Nee, zei de juf, de burgemeester vind Jagje zo belangrijk dat hij een personen bus geregeld heeft van African Safari Tours en die zal ons vandaag naar het ziekenhuis brengen.
De kinderen schreeuwden en juichten van plezier en een van de kinderen riep al: ik zie de bus, ik zie de bus.

De bus parkeerde voor de deur van het ziekenhuis, waar een lieve mevrouw met  een witte jas hun al opwachtte. Jongens wat fijn dat jullie er zijn, mijn is Linda en ik denk dat Jagje het heel leuk zal vinden om jullie te zien. Maar even voor de duidelijkheid, dit is een ziekenhuis, dus niet rennen, schreeuwen en vooral niet alles aanraken.
De kinderen keken even naar de juf maar die knikte beamend en dus gingen de kinderen netjes in een rij achter de zuster aan. Na toch wel een grote wandeling en een stuk met de lift bleef de zuster staan bij twee klapdeuren. Jongens hierachter is Jagje, laten we hem stil benaderen dan is de verassing des te groter.

Jagje zat op het bed een beetje voor zich uit te staren. Hij verveelde zich best wel en het eten was voor een roze krokodil nou niet echt een feestje. Op de muur achter hem hingen allerlei tekeningen die de kinderen van zijn dorp hadden gemaakt. Een beetje treurig keek hij naar buiten toen hij de zuster binnen zag komen.
Oh jee Linda wil je nou alweer mijn temperatuur nemen? Nee hoor zei Linda, ik heb hier een zuster die wil even wat bloed prikken. Jagje zuchtte en drukte zijn rug tegen het bed om maar gelaten dit te ondergaan toen opeens heel veel kinderen de kamer binnenstormden en in een hele korte tijd was Jagje bedolven onder kinderlichamen. Opeens was er een hele grote glimlach zichtbaar bij de grote roze krokodil en zeker toen ook nog de juf binnenkwam.

De kinderen vroegen Jagje de hemd van het lijf. Waarom lig je op een eigen kamer vroeg het slimste jongetje.
Nou zei Jagje, krokodillen snurken nogal en de andere mensen op de zaal deden geen oog meer dicht en daarbij komt dat krokodillen ontzettend veel kunnen poepen en dat ruikt nogal..dus de zusters vonden het slimmer om me maar op een kamer alleen te zetten. Zuster Linda knikte, er waren te veel andere patiënten flauw gevallen van de stank zei ze

Vertel je wat er verder met Treintje gebeurd is Jagje vroeg een ander kindje. De kinderen keken Jagje hoopvol aan en Jagje glimlachte. Hij stond op van zijn bed keek uit het raam en zwaaide naar beneden. De kinderen sprongen op en keken ook uit het raam. Buiten stond de bus die ze gebracht hadden. Naast de bus stond de chauffeur. Hij zwaaide terug naar Jagje. Nu pas zagen de kinderen dat hij maar één been had!
Is dat de gemene boef vroeg Juf Liesje? John van de bus?
Ja zei Jagje. Het Safari bedrijf was zo beroemd geworden dat ze aan de rand van de grote stad een nieuw kantoor hebben geopend. Het bedrijf heet African Safari Tours. Ja zo heten ze. Treintje is de baas van het bedrijf en oma geniet van haar rust.  Onze eenbenige boef is nadat hij weer genezen was gaan werken voor het bedrijf en is een van de beste gidsen gebleken voor al gespecialiseerd in krokodillen.  Oma haar bedrijf kon niet in het dorp blijven want er kwamen zoveel toeristen en nieuwsgierige mensen die allemaal de wereld beroemde roze krokodil wilde zien dat het beter was als het bedrijf niet meer in het dorp was zodat wij gewoon naar school kunnen gaan en lekker slagroom taart kunnen eten wat me er aan herinnerd, hebben jullie soms een taart meegenomen?

Juf Liesje haalde achter haar rug een grote witte tas tevoorschijn met inderdaad een taart.
Jagje keek de verpleegster met grote ogen aan. Mag het Mag het ? Zuster Linda streek haar hand over haar hart en even later zaten alle kinderen en verpleegsters lekker te smikkelen van de taart.

Jagje zat te smikkelen, dit was het eerste stukje taart in weken. Hij kon niet wachten om weer naar huis te gaan. Gelukkig hadden de artsen goed nieuws voor hem. Als hij zich rustig gedroeg mocht hij morgen naar huis. Maar dan moet hij netjes zijn medicijnen slikken en vooral veel rust nemen.

Juf Liesje riep daar zullen wij wel voor zorgen he Kinderen? Alle kinderen riepen in koor: JAAAAA
En Jagje moest even zachtjes huilen, hij hield zo van de kinderen maar vooral van Juf Liesje.

De volgende dag stond Jagje met zijn koffertje naast zijn bed. Juf Liesje kwam hem halen en kreeg dozen met pilletjes mee. De zusters namen afscheid van de patiënt die zo leuk verhalen kon vertellen maar wel een beetje vies poepte.

Totdat Jagje helemaal genezen was mocht hij logeren op de school. Juf Liesje woonde daar ook met haar eigen man en kinderen. Zo konden ze een oogje in het zeil houden. Jagje vond het wel best. Hij werd ontzettend verwend door de juf en de kinderen en elke dag vertelde Jagje weer een nieuw avontuur.







maandag 19 augustus 2013

Treintje en de roze krokodil


Treintje en de roze krokodil


Jagje zei tegen de kinderen die aan zijn lippen hingen, het restant verhaal is wel een beetje bloederig hoor. Ja leuk riepen de kinderen, bloed bloed. De juf keek hem een beetje streng aan maar toch besloot hij het te vertellen, de kinderen vonden het toch goed?


Het dorp was toen nog niet zo groot.
Er woonde wel een taartenbakker en de oma van Treintje verdiende een beetje geld door af en toe toeristen rond te leiden door de streek. Die toeristen kwamen met name om dieren te zien of de vreemde ruïnes in het oerwoud of de geheime watervallen, die natuurlijk al lang niet meer geheim waren.
Het was oma opgevallen dat de laatste maanden de dieren zich heel makkelijk lieten zien als Treintje mee ging. Oma had geen idee hoe dat nou kon.
Oma wist ook niet dat als ze met Treintje en de toeristen het woud inging,  Jagje altijd in de buurt was.
Vaak liep Jagje vooruit om de dieren te roepen en te zorgen dat ze zich even lieten zien.
En daar Jagje een geliefd persoon was bij vrijwel alle dieren, luisterden die altijd.
Het ging dan ook steeds beter met de zaken van Oma. De naam en faam van Oma's "wild seeings"werd steeds groter. Vaak kwamen er mensen die specifiek een bepaald dier wilden zien. Oma zei dan maar van dat ze zouden proberen maar dat ze niets kon beloven. En wonder boven wonder altijd kwam het gevraagde dier te voorschijn.
Oma snapte er helemaal niets van maar begreep wel dat het met Treintje te maken moest hebben.
Soms vroeg ze aan Treintje of zij soms begreep hoe dit allemaal kon en Treintje zei dan dat alle dieren hun lief vonden en ze ons graag wilde helpen. Oma liet het daar maar bij.
Treintje durfde de roze krokodil niet aan Oma te laten zien.

Op een dag kwam er een grote auto voor het kantoortje van oma. Een lange man met een witte tropenhoed en een gezicht vol littekens stapte uit en klopte op de balie. In zijn linkerhand had hij grote leren tas en in de rechter een kruk om op te leunen.
De man zijn rechterbeen was voor de helft weg. De broek hield vlak onder de knie op.
Naast de auto bleven twee handlangers staan, allebei met een donkere zonnebril op rond spiedend naar de omgeving.

Treintje schrok zich een hoedje, dit was een van de mannen die ze op de boot had zien staan toen de moeder van Jagje met ze aan het vechten was.
De man voelde niet prettig aan en ook Oma voelde zich niet comfortabel in zijn aanwezigheid.
De man zei niets en pakte uit zijn tas een grote stapel bankbiljetten en legde die op de balie.
Zoveel geld had Oma nog nooit gezien, dit was genoeg om het hele dorp een jaar van te voeden.

Ik heb veel over u gehoord zei de man met een zware donkere stem. Mijn naam is John Uhakika
en u moet me helpen.  De man hield even een adempauze , zijn gezicht vertrok alsof hij een pijnstoot moest onderdrukken. Oma en Treintje voelde een koude rilling over hun rug lopen.
Ik ben op zoek naar een dier, een dier dat verantwoordelijk is voor dit en hij wees naar de plek waar ooit een stuk been was.  Oma en Treintje deinsden achteruit. Dat monster heeft me te pakken genomen in de rivier hier vlakbij. Ik schoot heel veel naar haar maar desondanks sprong ze in mijn boot en sleurde me mee.
Ook nu hield de man even stil en zijn gezicht vertrok  alsof het opnieuw gebeurde.
Ik werd wakker in een ziekenhuis een paar dorpen verder. Ik weet niet hoe ik daar gekomen ben en ook niet waarom de krokodil haar werk niet afgemaakt heeft. Ik weet alleen dat ik me zal wreken, wreken op dat monster en u gaat me helpen.
De laatste zin was zo hard uitgesproken dat de bakker aan de overkant van de straat even ophield met bakken en uit het raam keek waar dit geluid vandaan kwam.

Maar wat wilt u dan met die krokodil doen? vroeg Treintje met een zachte stem.
De man keek Treintje met felle ogen aan en zei. Ik maak van zijn botten een .......

Jagje, dit kan echt niet wat je nu vertelt. Dit is veel te eng. straks kunnen de kinderen niet slapen.
De juf keek Jagje heel boos aan en Jagje begreep dat dit te ver ging. Ok ok ik zal dat gedeelte niet vertellen..


Treintje deinsde achteruit en vluchtte de kamer uit. Deze man was te eng om aan te horen. Buiten probeerde ze haar tranen te bedwingen toen twee sterke handen haar vastpakten, iets over haar hoofd heen deed en in een auto sleurde.


Oma had ondertussen haar oude handen op de tafel gelegd ter ondersteuning en begon zachtjes maar met overtuiging te praten.
Meneer Uhakika, u heeft mijn kleinkind bang gemaakt, neem dat geld mee en maakt dat u weg komt. Ik heb respect voor de dieren en zal nooit aan deze wanpraktijken mee werken.
Jammer zei de man en pakte het stapeltje met geld en stopte dat in de tas. Ik had al het vermoeden dat u niet mee wilde werken.  Hij liep zonder wat te zeggen het kantoortje uit en stapte in de klaar staande auto die met piepende banden weg reed.

Trillend op haar benen bleef oma staan in haar kantoortje en riep Treintje, Treintje. Vermoedelijk was het kind gevlucht naar het woud. Oma zocht een stoel en plofte neer.

Treintje voelde hoe de auto in beweging kwam, ze hoorde de mannen praten met elkaar in een taal die ze niet kende. Kwamba zamani granny beeps baadaye au vinginevyo.
Treintje had geen idee waar ze reden maar ze voelde hoe de weg steeds hobbeliger werd. Op een gegeven moment stopte de auto en moest ze verder lopen. Ze liepen naar de plek waar ze altijd zat, de plek waar ze Jagje had ontmoet. Met touwen werd ze vastgebonden aan een van de bomen. Ze zag dat een van de mannen er niet bij was. Ze had de auto ook horen wegrijden. De lange eenbenige zat tegenover haar met een geweer op zijn schoot. De andere man stond verderop te leunen tegen een boom. Ook hij had een groot geweer in zijn handen.


Jagje was gewaarschuwd door de vogels, met een hoop gekwetter vertelde de oerwoudvogels wat er was gebeurd. Hij besloot naar het huis van de oma te gaan. Daar stond een vreemde grote auto voor de deur en oma stond met bibberende benen tegen de toonbank aangeleund.
Een grote man met zonnebril stond met zijn armen in zijn zakken tegen over oma. Uit een van de zakken haalde de man een stuk kleding. Als je niet wilt dat dit alles is wat je nog van je kleindochter te zien krijgt dan zou ik nu maar meewerken zei de man.
Maar zei Oma, ik heb geen idee hoe ik die krokodil kan vinden, tranen stroomden over haar oude wangetjes.
Zorg maar dat u met zonsondergang bij de rivier bent en pas op als u niet alleen bent worden we heel boos.

De man liep weg naar de auto, ging achter het stuur zitten en merkte tot zijn verbazing dat de sleutels er niet meer in zaten.
Op dat moment rook hij een vreemde geur en toen hij zich omdraaide zag hij heel veel tanden met veel roze kleuren er om heen. De boef schrok zo erg dat hij hard wegrende en niet meer stopte met rennen. Niemand zou deze boef ooit nog zien.

Jagje hield hier zijn adem even in, eigenlijk wilde hij vertellen dat Jagje heel hard beet in de boef.
Maar ja, Juf Liesje keek hem streng aan..


Treintje hoorde dat de auto aan de rand van het bos stilhield. Ook de twee mannen keken op echter na een paar minuten begonnen ze driftig onderling te praten. Waar bleef die man uit de auto.
Toen hoorde ze de toeter van de auto een paar keer overgaan. De eenbenige man gaf enkele commando's en de ander pakte zijn geweer en liep richting de auto.
Na een paar tellen klonk er een afgrijselijke gil, duidelijk van de bandiet. Help nee Help neeeeee.

Jagje, ze juf Liesje, Hij doet toch geen vreselijke dingen he. Jagje keek even verbaasd op. Oh nee juf hij maakt ze alleen maar bang zodat ze hard wegrennen. Eigenlijk wilde Jagje weer vertellen dat hij ze hard beet maar gelukkig was de Juf hem te snel af.  Jagje vertelde verder:


En toen werd het akelig stil. De eenbenige bandiet liet zich niet van zijn stuk brengen. Hij haalde uit zijn tas een groot akelig glimmend kapmes. Ging toen naast Treintje zitten met het geweer op schoot en het mes tegen haar keel. Zo bleven ze enkele minuten zitten,


Oma was naar het bos gelopen op het afgesproken tijdstip, aan de rand van het bos had ze de lege auto zien staan. Ze wist waar ze heen moest en al gauw zag ze de open plek in het bos waar ze de boef zag zitten met Treintje naast hem nog steeds vastgebonden aan de boom.
Ah zei de bandiet daar hebben we Oma en hebben we de krokodil meegenomen?
Oma bleef staan en schudde haar hoofd. Tja zei de boef, dan wachten we wel tot hij komt.

Op dat moment, klonk er een bekende stem.
Hou maar op hier ben ik. En uit het water verscheen de roze krokodil.
Ach zei de bandiet, daar ben je. Laat maar raden mijn vrienden zijn zeker hard weggerend.
Jagje grijnsde en zei die blijven nog wel even rennen.
Oma, hier heb je een touw en bind dat monster vast aan die andere boom. De boef gooide een touw naar Oma en met zijn andere hand hield hij het kapmes dicht tegen de keel van Treintje.. Het geweer lag nu op de grond maar daar hadden ze niets aan.
Oma bond Jagje vast aan de boom, het spijt me zei ze, maar misschien laat hij Treintje wel gaan.
Jagje zat goed vastgebonden aan de boom. De boef stond op met zijn kapmes in zijn hand en zei tegen Oma ga daar maar zitten.
En nu ga ik doen wat ik al jaren wil doen met deze krokodil. Weest gerust Jagje je krijgt een mooi bestaan als ...

Oeps zei Jagje nou maak ik bijna het verhaal weer te eng.. 
Gaat ie slaan riepen de kinderen, gaat ie slaan. Juf Liesje keek de kinderen boos aan. Nee hoor let maar op zei Jagje


Huilend riep Treintje, niet doen, niet doen, opeens herinnerde ze de woorden van moeder krokodil.

Rime Rime help toch.. Ach zei de boef niemand zal nu helpen.

Tot de verbazing van Treintje zag ze het geweer bewegen. Het geweer bewoog uit zich zelf en liep in de richting van Oma. John Uhakika had niets door en stond dreigend tegenover Jagje terwijl Jagje net deed alsof hij niet bang was.
Een harde knal volgde, John Uhakika greep naar zijn maag en zag dat de Oma het geweer naar hem gericht had. Nee riep de boef maar de tweede knal volgde en de boef zakte in elkaar.
Ondertussen zag Treintje hoe een hele grote groep mieren de touwen losmaakte van Jagje en van haar. Een grote rode mier grijnsde in haar richting. Hoi ik ben Rime, ik zal je maar geen hand geven he?
Treintje begreep dat er ook mieren uit Atlantis kwamen. Ze maakte Jagje los en brachten John naar het ziekenhuis. Bij het ziekenhuis aangekomen zei de dokter. Ben je daar alweer heer Uhakika? en je wordt al weer door een krokodil gebracht. De krokodillen moeten jou wel aardig vinden.
John Uhakika keek verbaasd naar Jagje en had heel veel spijt van zijn daden. Ooit zal ik het goedmaken zei de lange man met maar een enkel been.

Nou nou zei de juf, je verhalen worden steeds gruwelijker, kapmessen, maagschoten. Jagje dit zijn kinderen hoor. De kinderen protesteerden luid. Maar juf dit vinden we juist leuk. Heb je ook vampierverhalen Jagje? De juf keek met eens strenge blik Jagje aan: Jagje volgende keer weer een normaal verhaal ok? want dit is echt te erg. Jagje kroop in elkaar. Ja Juf, Ja juf en schuldig liep Jagje met zijn hoofd omlaag en zijn staart tussen zijn benen de klas uit. Dag kinderen...tot de volgende keer. 





zaterdag 17 augustus 2013

De kleine roze krokodil

Jagje kon geen nee zeggen tegen de kindjes die om zijn boom heen stonden. Ze misten hem en wilden heel graag dat hij weer naar de school zou komen om een van zijn vele avonturen te vertellen.
De kindjes hadden van de juf begrepen dat het wel eens zou kunnen komen door dat de juf verloofd was en dat de Jagje wellicht jaloers was. Jagje ontkende dit in alle toonaarden.
Ik verliefd op de juf? Echt niet, ze heeft niet eens grote hoektanden en ze kan ook niet langer dan een minuutje onder water blijven.
De kinderen riepen toen ok, dus je komt weer vertellen? Nu kon Jagje helemaal niet meer weigeren en de volgende dag ging hij weer trouw op het stoeltje in de gang van de school zitten totdat de les was afgelopen.

 De kinderen hadden al gauw door dat hij daar zat en de hele groep rende de klas uit om hem te halen en al gauw zat hij weer voorin de klas met alle kinderen om hem heen. De juf glimlachte lief naar hem en zijn hart smolt weer als sneeuw voor de zon. Is er iets wat jullie willen horen wellicht vroeg Jagje, over de dronken roze Gorilla die zijn woede niet kon beheersen? Of over de zwemwedstrijden misschien of over de slagroom oorlog?

De kinderen begonnen door elkaar te roepen totdat de juf haar hand opstak en vroeg: waarom vertel je niet hoe je zo roze komt en zo goed mensen taal kunt spreken Jagje? Het hart van Jagje leek even dubbel te slaan bij het luisteren naar die prachtige stem van juf Liesje.

Tja zei Jagje, ooit heel lang geleden, woonde hier vlakbij een lief klein meisje. Ze woonde in een hutje dat nu allang is afgebroken. Ze woonde bij haar oude oma, haar ouders waren omgekomen voor dat ze hun had leren kennen.
Ze schenen opgegeten te zijn door de wilde dieren in het bos.
Haar oude oma had het meisje in huis genomen. Het meisje was een beetje raar.
De kindjes in haar omgeving vonden haar maar gek en speelden liever niet met haar.
Soms probeerden de kinderen haar te pesten maar dat had niet zo veel zin want ze reageerde domweg niet. 

Het meisje heette Treintje, ja gekke naam he. De kinderen riepen dan ook van tsoek tsoek poef poef als ze langs liep, maar ja daar reageerde ze ook niet op en die lol ging er dus snel van af.

Maar toch was Treintje af en toe een beetje verdrietig. Stiekem ging ze dan naar de plek waarvan Oma zei dat haar ouders daar waren opgegeten.
Het is een plek midden in het bos vlakbij de rivier, een kleine open plek waar de dieren vaak gingen drinken.
Treintje klom dan zachtjes in een van de hoge bomen en keek naar de vele dieren die daar dan gaan drinken.
Haar oude oma vond het echt niet goed dat ze dat deed want dit was veel te gevaarlijk. Maar Treintje trok zich er niets van aan. Er kwamen veel te leuke dieren en ze kon er uren naar kijken en stelde zich voor dat in elk dier iets van haar ouders zat.

 Soms kwamen er ook gevaarlijke dieren zoals neushoorns of leeuwen. Treintje bewoog dan niet en ze hield er altijd rekening mee dat de wind van de beek af waaide als ze in de boom klom zodat de dieren haar niet konden ruiken.

Op een beetje mistige dag zat ze al de hele ochtend in de boom en wou eigenlijk al gaan. Toen er een hoop beroering uit het water kwam.
Werkelijk de grootste Krokodil die Treintje ooit gezien had kwam uit het water de kant op. Onmiddellijk stoven alle dieren uit de omgeving weg en zelfs Treintje moest de neiging onderdrukken om niet hard weg te rennen.
Maar in plaats dat het gigantische beest achter een van de dieren aan ging bleef het even aan de kant liggen en opende haar machtige kaken.
Uit deze kaken kroop een heel klein mini baby krokodilletje. Nu zag Treintje dat de grote krokodil hevig bloede uit verschillende wonden.
 In het water kwamen nu ook twee boten aanvaren met mannen met geweren en grote witte tropen hoeden. Daar is hij riepen ze.
Onmiddellijk vloog de grote moeder krokodil het water in zodat ze niet meer zichtbaar was. De mannen riepen waar is hij, waar is hij? Een van de boten leek opgetild te worden en slingerde in de lucht. Verschillende mannen vielen in het water en een hels kabaal van geschreeuw en geweer schoten volgde.

Het kleine krokodilletje zat bibberend aan de kant te kijken en riep kleine angst kreetjes. Treintje zag enkele bewegende schaduwen over de plek gaan. Gieren dacht ze, die zouden zich snel te goed doen aan dit kleine wezentje. Zonder te dralen sprong ze uit de boom, pakte de kleine krokodil en rende zo hard als ze kon het bos in.
Totdat ze op een donkere plek buiten adem ze zich in het mos liet zakken. Daar bleef ze zitten met de het bibberende krokodilletje onder haar jas. Even bijkomen dacht ze en al gauw zakte ze in een diepe slaap.

Ze werd wakker van het gepiep van de kleine krokodil die duidelijk in grote angst was. Toen ze haar ogen open deed snapte ze waarom. Om haar heen stonden een hele groep uitgehongerde wolven. Hun grote gele tanden waren ontbloot en het kwijl liep er aan alle kanten uit.
De grootste wolf van allemaal kroop tergend langzaam dichterbij. Hij sliste met een krakerige stem. Het is lang geleden dat ik mensenvlees kon eten. De vorige keer was het een vrouw en een man en die vrouw lijkt wel erg op dit kleine exemplaar.
De wolf kwam steeds dichterbij. Treintje kon zijn vieze adem al ruiken en sloot haar ogen. Dit was het einde, had ze maar naar Oma geluisterd.

In plaats van een harde bijt en pijn hoorde Treintje een harde wolven gil. Ze zag hoe de wolf zijn ogen open sperde van de pijn. Achter hem was de moeder krokodil verschenen en binnen enkele tellen waren de wolven verslagen of  hard weggerend.
De moeder krokodil bleef op de grond liggen met de bek richting Treintje. Treintje wist niet waar ze banger voor moest zijn, de wolven of dit monster.
 Langzaam opende de krokodil haar grote bek en een geur die nog walgelijker was dan van de wolven vulde de neus van Treintje. Toch voelde Treintje dat ze niet bang hoefde te zijn. Wees niet bang voor me mensenkind. Zei de machtige krokodil.
Het verbaasde Treintje niet dat naast de wolf ook de krokodil al kon praten.
Ik ben je dankbaar dat je mijn zoon hebt gered van de gieren en de wolven. Dit waren geen gewone wolven, deze wolven komen uit het oude toverrijk van Altantis.
Altlantis bestaat niet meer, dat is gezonken in de oceaan maar een hoop dieren zijn gevlucht naar het vaste land.
Al deze dieren zijn speciaal. Laup de wolf was een van gemeenste wolven die er bestonden. Gelukkig heb ik hem kunnen verslaan. Maar weet dat er nog meer speciale dieren zijn en die zijn niet allemaal even aardig. Mijn zoon, Jagje is heel speciaal, hij is voorbestemd om ooit over alle dieren te regeren.
Ik kan hem echter niet verder helpen, mijn krachten zijn over en ik zal weldra mijn eeuwige rust krijgen. Ik weet dat hij bij jou in goede handen zal zijn en mocht je ooit in de problemen komen, kom dan naar deze plek en roep dan hard om Rime, hij zal je helpen. Vaarwel zoon en vaarwel mensen kind. De krokodil gleed met een pijnlijk gezicht in het water. Treintje begreep dat de krokodil nooit meer boven water zou komen.

Treintje nam de kleine Jagje mee naar huis maar durfde hem niet aan Oma te laten zien. Buiten had ze een groot roos poppenhuis. Voorlopig kon Jagje daar zich daar in verbergen. Met de nagellak van haar oma maakt ze het kleine wezentje goed roze zodat hij niet opviel in het huisje. Dat deed ze elke dag totdat het niet meer hoefde en het beestje gewoon roze bleef.
Ze voedde het beestje met de slagroom taartjes die haar oom de bakker steeds mee nam. Het beestje at het graag en groeide en groeide.

Tot dat de dag aanbrak dat Jagje niet meer in het huis paste. Overdag ging Jagje het bos in en sliep daar aan de waterkant in het lekkere zonnetje en rond etenstijd ging hij naar het dorp waar Treintje op hem wachtte met heerlijke slagroomtaart en samen kletsten ze dan de hele avond waarna ze beiden op de veranda in slaap vielen.

Vind je het goed dat we het rest van het verhaal morgen vertellen zei de Juf.
Nee, Nee riepen de kinderen, we willen weten wat er met Treintje gebeurd is en wie die andere tover dieren waren.

Jagje zette een streng gezicht op, nee kinderen jullie moeten luisteren naar de juf. Morgen kom ik terug en vertel ik de rest want nu heb ik ontzettend zin in een groot stuk appeltaart.

 De juf bukte voorover en kuste Jagje op zijn voorhoofd. Luister Jagje, jij bent de beste verhalen verteller en je mag altijd je verhalen komen vertellen en nu krijg je van mij die slagroom taart maar eerst zorgen we dat de kinderen hun jasjes aan doen en netjes naar huis gaan.

dinsdag 13 augustus 2013

Candy

Ergens op deze blog heb ik het verhaal verteld van mijn ervaring als presentator op het North Sea Jazz. Het was op diezelfde dagen dat ik even rond kon lopen op het festival met mijn toenmalige vriendin. Die relatie stond al een beetje onder druk alleen wisten we dat toen nog niet. Het was in een van de carrousel zalen van het festival dat ik even alleen was en een prachtige blonde dame zag staan aan de zijkant van de zaal. Ik heb geen idee wie er optrad, dat is compleet uit mijn systeem verdwenen. Ik zag alleen haar en ze glimlachte me rechtstreeks aan met een prachtige lach. Ik lachte terug en liep dichter naar haar toe en begon tegen haar te praten terwijl onze ogen elkaar niet loslieten. Toen voelde ik een hele sterke arm me hard mee sleuren. Het was mijn toenmalige vriendin die blijkbaar in de gaten had dat er wat gebeurde of kon gebeuren. Heel even dacht ik, wil ik dit wel maar ik was netjes en wilde haar geen pijn doen. Die lach zal ik nooit vergeten, dat kan ook niet want ik zie hem regelmatig nog op televisie voorbij komen. Die relatie was een maandje later voorbij en een half jaartje later kwam ik mijn huidige vrouw tegen die ook lang en blond is en een en nog mooiere en prachtige glimlach heeft. Eind goed al goed.

woensdag 30 januari 2013

Je Leeft

Het is toch raar al dat beweeg en gezucht. Miljarden die zich laten wekken door muziek of nog erger een harde zoemtoon of hard gebel.
Wellicht zullen er een paar zijn die zich laten wekken door geavanceerd licht toestel of nog mooier door een geliefde met een verse kop koffie.
Desalniettemin het warme bed wordt getrotseerd en het lichaam wordt gedwongen zich in actie te zetten. De moeheid wordt getrotseerd en het lichaam kan klagen wat het wil maar de wil is onverzettelijk.
De baas, de klant, de relatie wacht.
Na al die jaren is de mens nog steeds niet in staat om waarlijk vrijheid te beleven.
Slechts enkelen kunnen het zich veroorloven zich te laten wekken door het ochtend licht en geen plannen te hoeven hebben waar de dag mee gevuld gaat worden.

Het grote goed geld is de nieuwe God.
We kijken elkaar aan en weten dat we hier niet om heen kunnen.
God is almachtig, wie heeft die O vervangen door EL. Geld is met ons, Geld is groot, Lieve Geld die nog niet op mijn rekening staat, uw naam zei geheiligd, uw daden zijn groot.

Als je verstand van Geld hebt kun je kerken bouwen, kerken die tot de hemel rijken op de Zuidas of op 5th avenue in New York.
De priesters dragen streepjes pakken en kleurige stropdassen.
Hoe meer Geld hoe meer aanzien en gemak.
Als we dit toch hadden geweten toen de eerste grapjassen langs kwamen met geldstukken.
Jammer genoeg was het alleen maar een wisseling van God en de ware vrijheid werd weer verdeeld over weinigen, dit keer niet de hogepriesters der Kerk maar de hogepriesters van de bank.

 Met pijn in ons hart schikken we ons in het lot.
Geld moet er komen en wel zoveel als mogelijk. Dus vroeg die wekker, niet zeuren lichaam en na vele uren bewegen we ons weer in de richting van de hopelijk warme haard.
Te moe om nog redelijk te denken, te moe om te genieten.

Misschien verdrukken we de steeds hardere trekkracht van de ware wil en ware aard. Drank of vergelijkbare spullen helpen even. De tv, de ultieme afleiding van jezelf helpt even.
De ware stilte ervaren is gevaarlijk, daar is de vijand. We moeten door, onze Go(el)d wacht niet op ons we zullen het zelf moeten doen.

Soms kunnen we het niet meer opbrengen, het gif stroomt dan door de aderen en dan moet het een weg vinden naar buiten.
Kunnen we er nou helemaal niets aan doen, aan deze Gordiaanse knoop? Deze duivelse cirkel, deze almachtige omklemming.

Laten we dat eens op een rijtje zetten.

We kunnen heel rijk worden, soms lukt dat, we schuiven alles opzij voor dat ene doel, we gaan over lijken en werken ons nog harder in de ellende. Heel misschien lukt het maar dan verschijnt waarschijnlijk het monster van een hartaanval, een beroerte een instorting en als dat nog niet het geval is, kan je na al die jaren dan wel genieten van je vrijheid?
De machine is gewend om te scheuren als een formule 1 wagen.

Rust en stilte? De weg van de Boeddha dan? We stoten alles af. We leven van de lucht.
Prima, je zal het geluk vinden maar of je bank, vrouw, je kinderen, je minnaar of minnares dit kunnen waarderen is maar heel erg de vraag.
Ach zeg jij, eenmaal verlicht maal je daar niet meer om.
Maar tot die tijd zal je hart breken en zul je snakken naar vriendschap en comfort en lekker eten.

De laatste optie is wellicht het mooiste, niets doen! Ja niets doen.
Accepteer de situatie. Leef je leven, verdien je geld maar weet dat het schijn is, weet dat je ware aard niet werkt en doseer, doseer heel erg zorg dat je lichaam, je tempel schoon is en straalt.

Dat is een mooie plek voor het mooiste op aarde namelijk jij!
Jij die gevangen lijkt in de illusie van moeten, de illusies van je lichaam, de illusies van het bestaan.

Probeer eens stil te zijn, echt stil, merk hoe intens ervaringen worden als het hoofd leeg is. Stop eens met denken en kijk om je heen naar de mensen in de bus, trein, tram, kantoor, school of waar je ook bent. Zie de beweging, de druk, zie het moeten, het voortdurend gaan.
Opeens ben je het bewust!
Neem een diepe zucht met lucht! Je leeft, daar hoef je niet bang voor te zijn.
Oude mensen hebben het vaak, ze hoeven niet meer, ze kunnen niet meer, ze kunnen alleen nog maar kijken en luisteren en vaak hebben ze een hele grote grijns op hun gezicht.

Hoe zalig is de wereld van de kinderen. Er is nog zoveel te ontdekken en er is geen grens aan die ruimte, geen grens aan de beschikbare tijd.
Wie heeft ze dat afgeleerd, is dat dezelfde die met die EL grap kwam?
Zal er ooit tijd komen dat we altijd als kinderen kunnen zijn? Dat we kunnen genieten, alleen genieten?
Zal de mens dat ooit bereiken met zijn vele werk.
Is dat het ultieme doel?
 Dat is wel erg ver weg.
Laten we nu maar genieten en ons de moeite besparen want .. morgen vroeg weer op!

donderdag 29 maart 2012

De tijger zonder strepen en het Roze Kasteel

Jagje zat zeker al een half uur op het stoeltje in de gang. Op dit stoeltje zaten meestal de stoute kinderen die de klas uitgestuurd waren. Het stoeltje stond vlakbij de kapstok van de kinderen waar de kleren schots en scheef op de hangertjes hingen.
Jagje zat daar niet om dat hij de klas uitgestuurd was maar omdat hij veel te vroeg was.
Hij wou niet te laat komen voor het vertellen van een verhaaltje aan de klas. De hele nacht had hij liggen woelen wat voor verhaaltje hij nu moest gaan vertellen. Het verhaaltje moest indruk maken op de kinderen maar eigenlijk moest het indruk maken op de juf.
Het beeld van die lieve juf had de hele dag en nacht in zijn hoofd gehangen. Hij voelde nog steeds haar hand op zijn hoofd. De enige verhalen die Jagje echt kon bedenken was hoe hij met haar de wereld wilde verkennen en kleine krokodillen jufjes zou maken. Maar dat verhaal kon hij natuurlijk niet aan de kinderen vertellen. De juf zou een goede indruk van hem moeten krijgen. Ze zou moeten zien dat hij sterk, grappig, romantisch, mooi, slim en lief was. De ideale man voor haar. Dat moest allemaal uit het verhaal komen. Vanochtend toen hij wakker werd na een onrustig hazenslaapje wist hij welk verhaal hij moest vertellen. Dat hij daar nou niet opgekomen was. Nerveus wiegde Jagje op de stoel in gang. Hij realiseerde zich dat kinderen niet mochten wippen op de stoeltjes en besloot toen stil te zitten zodat de juf hem niet kon betrappen op iets wat zij vast niet goed vond.
Eindelijk ging de deur van het lokaal open en de buitenwind waaide de gang in. Een klein jongetje keek om de hoek van de deur en riep: Juf hij is er, hij is er. De roze krokodil, Jagje is er. Daarna volgde de stem van de juf: haal hem maar naar binnen dan en Jagje’s hart sloeg even een stukje sneller. Voorzichtig rechtop lopend om zo waardig mogelijk over te komen liep Jagje het lokaal in, bewust niet naar de juf kijkend. Toch zag hij haar lach en als je kon zien aan een roze krokodil dat hij bloost dan had je het nu gezien.

Ooit en niet eens zo heel lang geleden lag hij op zijn plaatsje rustig te slapen toen Mildred de reiger weer eens aanvloog en krijsend hem uit zijn slaap haalde. Hij krijste: je bent toch niet de verjaardag van Ole vergeten he Jagje? Hij ging rechtop zitten en dacht na hoe hij dat nou kan vergeten. Het oudste dier van het Bos, Ole de olifant. Jagje wist wat hij voor kado moest meenemen voor Ole en begon te zoeken in zijn rommelkast.

Ole zat onder de oude boom midden in de Savannah, een grote groep kleine olifanten was vlakbij aan het spelen op het gras. Ole keek blij op toen hij de roze krokodil aan zag komen wandelen met een kadootje in zijn handen. Oh dat is fijn zei de oude olifant. Het gevaarlijkste dier van het woud komt deze oude olifant een bezoekje brengen. Mijn oude vriend wat fijn om je te zien. Jagje schudde de oude olifant de poot en gaf daarna het presentje aan zijn vriend.
Deze pakte met zijn slurf voorzichtig het pakje uit. Uit de verpakking kwam een elektrische tandenborstel. De olifant moest heel hard lachen. Je bent wijs Jagje heel wijs. Wij olifanten worden vaak niet ouder dan een jaar of 70. Ik ben al 90 jaar oud en nog steeds fit. Ik ben bezig met mijn vierde gebit waar andere olifanten hun zesde al verbruikt hebben. Zonder gebit kan ik niet malen en verhonger ik. Normaal gesproken gaat een gebit maar tien jaar mee maar door goed te poetsen, mijn hele leven al, doe ik meer dan twintig jaar met een gebit. Dat betekent dus dat ik langer kan leven. De meeste olifanten gaan namelijk dood door honger omdat ze niet meer kunnen kauwen. Maar mijn beste krokodil hoe gaat het met jou of met andere woorden moet jij niet eens voor nageslacht zorgen?

Op dat moment stopte Jagje even met vertellen en zag de hele grote groep met kinderen aandachtig naar hem luisteren. De juf leek nauwelijks op te letten, ze was blijkbaar wat proefwerkjes aan het nakijken. Jammer zou ze wel geluisterd hebben? Nu moest hij laten zien dat hij ook romantisch was. Jagje schraapte even hard zijn keel zodat ook de Juf opkeek en even luisterde naar zijn vervolg van het verhaal.

Kijk beste Ole, ik ben de dame nog niet tegengekomen waar ik mijn hart aan wil verpanden maar ik heb wel een beeld van hoe ze zou moeten zijn. Ole de oude olifant glimlachte even en vroeg natuurlijk hoe dat dan wel niet was dat beeld.
Nou vervolgde Ole, ze moet van slagroomtaarten houden natuurlijk en heel erg van kinderen houden en natuurlijk van mij. Ze moet prachtige lange haren hebben en de schoonheid van een sprookjes prinses. Ze moet dansen en zwieren in mooie jurken en zingen als een nachtegaal.

Hier stopte Jagje weer even want hij had geen idee of de juf wel kon zingen.

Misschien is dat zingen niet zo heel belangrijk mijn beste Ole, maar fijn zou het wel zijn. Daarentegen ze moet het wel fijn vinden om lekker in het zonnetje te liggen aan de rand van een mooie oerwoudrivier.

Nu nou zei Ole, ik denk dat ik wellicht je wel kan helpen. Mijn neef uit India, een oude Indische olifant met de naam Rajnesh vertelde mij ooit over een beeldschone prinses die in een groot roze kasteel woont midden in het oerwoud van India bij de grens van Kashmir. Ze schijnt gek op taarten te zijn en de mooiste stem te hebben van het oosten. Vele prinsen hebben om haar hand gevraagd maar zij heeft steeds geweigerd, wellicht is het een idee als de prins van het oerwoud eens een poging doet. Ik kan mijn neef berichten dat je er gauw aankomt.

En zo vertrok Jagje voor de lange reis naar India. Vele dagen lopen en heel veel zwemmen. Soms kon hij zich vasthouden aan voorbijkomende boten en soms zwom hij lekker op zijn gemak door de indische oceaan.
Aan land stond de neef Rajnesh al te wachten met op zijn rug een jonge donkere jongen met een tulband om en een grote glimlach. Hoi zei Rajnesh, de jongen op mijn rug is Suresh. hij is al bij mij sinds hij kon kruipen en dat is zeker 1 gebit geleden. Samen verdienen we ons geld in de houtkapperij in het oerwoud. Maar genoeg gepraat, kom op mijn rug zitten dan gaan we naar het oerwoud.
Tijdens de rit vertelde Rajnesh honderduit over de mooie prinses in het roze kasteel. Jagje leerde dat veel prinsen verdwenen waren die richting het kasteel gingen. Waar ze zijn gebleven weet niemand. Toch kwamen er ooit ook een paar prinsen terug van hun moedige poging de prinses te veroveren. Deze prinsen durfden niets te zeggen en verdwenen na hun terugkomst bevend als bange rietstengels in hun verre kastelen. Jagje liet zich niet van de wijs brengen door dit angstige toekomstbeeld. Hij was immers een stoere en sterke prins van het oerwoud.

Jagje keek even snel op naar zijn toehoorders en zag dat de juf lettertjes aan het intikken was op haar telefoon.

Wist je dat ik eigenlijk ook een prins ben zei Suresh. Ik stam af van de machtige Maharadja Radjoe stam uit Kashmir. Deze stam is door het Indiase leger verslagen en nu leven we anoniem als voorbeeld burgers in de Indiase maatschappij.
Na enkele uren door het oerwoud gelopen te hebben kwamen ze aan de voet van een hoge berg. Bij de weg omhoog naar de top stonden twee grote soldaten op wacht en toen de drie aankwamen hielden ze met hun speren de weg verspert en riepen halt.
Voorbij dit punt zijn geen gevaarlijke dieren toegestaan dus de olifant mag er niet door en dat rare beest op zijn rug ook niet. Jagje stapte af en zei, pas maar op heren. Ik ben geen dier maar een prins van het oerwoud en als jullie me nog een keer beledigen dan eet ik jullie op bij mijn volgende ontbijt.
Dat vooruitzicht vonden de wachters geen prettig idee. Zo’n grote krokodil vonden ze toch maar een beetje te veel van het goede. Jagje en Suresh mochten door. De olifant bleef beneden achter, hij had toch al zin in een lekker dutje aan de voet van de berg.
Na een tijdje klimmen de berg op in de toch wel erge warmte kwamen ze bij een grote rots met een klein Harig mannetje met grote rode ogen en een wit gezicht.
Zo Zo zei het kleine mannetje met een akelige stem. Jij bent vast een prins.. ja ja. Mijn naam is Izniwais...ik ben de wachter van de berg en niemand komt langs mij zonder dat ze de opdracht vervullen die ik ze geef. En trouwens jonge prins, het maakt niet uit of je wachters of een krokodil meeneemt, uiteindelijk zal je het alleen moeten doen. Suresh keek Jagje aan en lachte. De wachter dacht dat Suresh de prins was.. Jagje ontblote zijn grote tanden en keek Izniwais even smalen aan. En beste wachter hoe denk jij ons dan tegen te houden. Even leek Izniwais toch even te schrikken. Een grote roze krokodil is toch wel een beetje eng met zoveel tanden. Luister enge pratende krokodil ik beschik over een toverkracht die doorbroken moet worden alvorens een prins verder op weg mag naar het roze kasteel.
De dwerg Izniwais zwaaide met zijn armen en direct leek het even of de lucht vibreerde en daarna plotseling stil stond. Jagje keek verbaasd om zich heen en zag Suresh omwikkeld staan met stalen touwen overal om hem heen behalve dan op zijn gezicht. Haha probeer daar maar uit te komen prins en de dwerg stapte van de rots en leek in het niets verdwenen.
Vreemde opgave zei Suresh maar weet je Jagje ga lekker door, ik verzin wel wat. En zo geschiedde. Jagje beklom het verdere pad naar boven en na een goed uur klimmen verscheen de poort van het kasteel.
Zachtjes duwde Jagje tegen de poort die gewoon openging. Jagje stond alleen in een grote roze hal met roze vloer tegels en roze meubelen.Eigenlijk was alles rood. Jagje keek even om zich heen en hoorde toen een hard gestamp van 4 grote poten begeleid door een angstaanwekkend gebrul. In de hal verscheen een ontzettend groot, gemeen, angstaanjagend dier. Jagje die inmiddels op een stoel was gaan zitten omdat hij heel moe was van de klim, zag dat het een ongelooflijk grote tijger was met tanden die bijna net zo groot waren als de tanden van de olifant.
Het gekke van de tijger was, hij had geen strepen.
De tijger brulde hard en keek verdwaasd om zich heen. Waar is de indringer, weer zo een net prins zeker brulde de streeploze monster. Jagje realiseerde zich dat de tijger hem blijkbaar niet kon zien. Een roze kroko in een roze ruimte valt natuurlijk niet zo op en blijkbaar had de tijger niet van die geweldige ogen.
Vertel eens tijger, waar zijn je strepen en Jagje verplaatste zich geluidloos naar een andere plek.
De tijger brulde en sprong in de richting waar Jagje net was maar de tijger vond alleen een bankstel. Waar ben je Prins waar ben je .brulde de tijger nu nog bozer.
Jagje antwoorde: alleen als je verteld wat de opdracht is tijger en gauw verplaatste Jagje zich weer en gelukkig net op tijd want de tijger had zich razendsnel verplaatst naar de plek waar Jagje zich net bevond. Ok prins, als jij mij mijn strepen kunt terug toveren dan mag je naar de prins..en ik zal je een kleine hint geven, alleen de prins die de tijger bang weet te maken zal dat lukken.
Jagje dacht even rustig na en wist wat hij moest doen. Zeg tijger begon Jagje ik beloof je dat ik me zal laten zien maar weet dat ik zo weer kan verdwijnen en overal kan opduiken waar ik wil.
Pfff zei de tijger, je doet maar, uiteindelijk weet ik je te vinden en dan ben je mijn dessert voor vanavond.
Jagje kroop naar de tijger toe tot dat hij vlakbij het monster was, zijn roze bek was op enkele centimeters van de neus van het gevaarlijke dier, Jagje was niet vaak bang maar nu voelde hij zich niet op zijn gemak. Toen opende de krokodil zijn grote machtige bek met grote witte tanden en brulde zijn beroemde oerwoud brul.
De tijger zag opeens uit het niets een hoop gevaarlijk uitziende rooftanden die een moment later weer was verdwenen en enkele seconden later weer verscheen. De tijger wist niet waar hij het had en elke keer als Jagje zijn tanden liet zien verscheen er een streep op de tijger,
Ho maar riep de tijger, ik doe de deur open van de poort naar de koninklijke vertrekken en het monster sloop met de staart tussen zijn benen, trillend naar een muur en met een vreemde pootbeweging ging uit het niets een grote deur open naar een lichte ruimte,

Aan het eind van de lichte ruimte waren twee tronen met een oude koning en een oude koningin.
Bij hun voeten zat een prachtige prinses te spelen op een kleine harp. Ze stopte onmiddellijk toen ze de roze krokodil zag verschijnen.
De koning stond op en riep, wie verschijnt hier aan het hof ?
Jagje maakte een buiging en zie, ik ben het Sire, Jagje de prins van het oerwoud aan de Nijl.
De koning lachte zachtjes en je komt hier voor de hand mijn dochter neem ik aan en tegelijkertijd draaide de koning zijn hoofd naar zijn dochter die verrukt uit was opgestaan en bevestigend knikte dat zij het wel kon waarderen.
Dan is de laatste opdracht geslaagd prins Jagje, de prinses geeft aan dat je haar goedkeuring kan dragen, vermoedelijk heeft dat iets met je kleur te maken en dat betekent dat ik mijn zegen geef
Jagje lachte en zei toen: Beste koning, koningin en beeldschone prinses, hoe mooi ik het voorstel ook vind, ik denk dat bij deze prinses geen roze krokodil past maar een echte Indiase prins. Mij hart is al vergeven aan een prachtige vrouw. De prins die ik op het oog heb is hier vlakbij, zijn naam is Suresh. Meteen daarop ging de deur open en zijn vriend Suresh kwam binnen lopen met de tijger en de dwerg achter zich aan.

De koning keek verbaasd over een tweede prins die de opdrachten wist te vervullen en de prinses die was op slag verliefd op de mooie prins en ze leefden nog lang en gelukkig.

Jagje keek naar de kinderen en naar de juf die aan het bellen was met een mobiel telefoontje.
Maar hoe kwam prins Suresh dan langs de dwerg en de tijger. Nou zei Jagje, hij had de dwerg bij zich geroepen en verteld dat hij wel een nieuwe minister aan zijn hof kon gebruiken als hij getrouwd zou zijn met de prinses en dat zag de dwerg wel zitten en de tijger schrok zich een hoedje toen Suresh vertelde dat hij zijn vriend de krokodil zocht. Dat was voldoende voor de tijger om zich voor een tweede gewonnen te geven.

De juf klapte in haar handen. Jagje dat was een prachtig verhaal maar de kinderen moeten nu naar huis en mijn verloofde staat al op me te wachten bij de deur. De kinderen sprongen op Jagje en knuffelde hem met zijn allen.
Jagje kon zijn tranen amper in bedwang houden, de juf was al verloofd... de juf ... was al verloofd.

Op dat moment legde de juf haar hand op zijn hoofd en zei : lieve Jagje volgens mij wil je vast met mij en mijn verloofde een lekker stuk slagroom taart eten. Mijn verloofde is de neef van de bakker en die heeft vast nog wel wat in voorraad.
Dat fleurde Jagje helemaal op en de tranen waren gauw gedroogd nu hij wist dat er een lekker stuk taart op hem wachtte.

zondag 11 maart 2012

Het Glas

Het Glas


De avond valt in.
Ze kijkt voorzichtig over de grote open plek, ze ziet geen beweging.
Ontspannen loopt ze naar de plek bij het glas. Het donker en de kou zullen snel komen.
Bij het glas aangekomen ziet ze de voetstappen van de man van gisteren. Ze drukt haar wang tegen het glas en voelt de warmte tegen haar vlees. Ze duwt zoveel mogelijk lichaam tegen het glas en voelt op alle plekken de warmte haar lichaam in gaan. Zachtjes gaat ze zitten met haar lichaam zoveel mogelijk tegen de glazen wand aangedrukt. Haar ogen vallen al bijna dicht.



Ik weet het gewoon niet, ik ben geen man van pretparken. Ik luister wat Menno aan andere vreemde suggesties heeft. Hij heeft het over stukken Amerika. Wat denk je van de Grand Canyon? Ze hebben de hele vallei onder het glas, het moet waanzinnig zijn. Ik besluit het gesprek af te ronden. Weet je Menno, ik zag van de week wat holo’s van de Perzische woestijn op World Geographic. Misschien rijd ik daar morgen maar eens heen. Voor dat Menno kan antwoorden zeg ik: en samen Ajax kijken woensdag? Ik weet dat Menno ja zal zeggen. Dat is ok, je wilt stoppen met praten, ik zie het aan je gezicht antwoordt Menno. Ik lach naar hem en druk op de rode holoknop en zijn beeld vervaagt direkt.
Eerlijk gezegd verzin ik het idee ter plekke. De uitzending over de woestijn had mijn aandacht getrokken maar een echte behoefte om er heen te rijden had ik niet gehad. Ach denk ik, soms moet je een raar idee opvolgen. Ik kijk op mijn lijfpad en zie de breinwaarden stabiel staan. Een klein rood teken is zichtbaar met een 2 er in. Dat betekent dat over 2 dagen die vervelende dokter weer te voorschijn gaat floepen. Reden te meer om een gek idee op te volgen. Ik controleer even mijn voorkomen in de ouderwetse spiegel en loop naar mijn glider.

Geen stoel zit zo lekker als de stoel in mijn glider. Even geniet ik van de zachte omhelsing van het leer en zet dan de holo aan op de landkaart. Ik wijs een punt aan waar het glas het verst de Perzische woestijn in gaat en geef opdracht om te gaan. Onmiddelijk verschijnt het logo van mijn bank met de opgave dat het gebruik van de transportbaan mij 3989 wyens zal kosten. Ik bevestig.

De transportbaan ingang die het meest dichtbij is is op de plek waar vroeger het busgedeelte van het treinstation was. Ik manouvreer mijn glider met de hand naar de rand van het glas. Op dit stukje Amsterdam hield het glas op tegen de rand van het IJ. Niet dat je veel van het IJ kon zien met alle groene viezigheid op het glas. Maar toch hier en daar kon je de verroeste vaartuigen zien die daar al decennia moesten liggen. Met de hand rijden is toch het leukst al is de maximale snelheid dan zeer laag. Ik maal er niet om heen, ik heb geen haast en weldra zie ik het oude station te voorschijn komen en ik zie een paar gliders staan wachten op een slot om de transport baan in te gaan. Ik zet hem links naast de laatste glider. Het is het standaard chinese model welk door de goedkope prijs zeer in trek was bij de middenklasse. De klep is net zoals bij mij nog open. Ik zie de modificaties op de glider die er voor zorgen dat hij geschikt is om twee personen te vervoeren. De dame of heer die voorin zit, kijkt even opzij naar mij. Ik zie de rode veeg make up en kan niet goed het geslacht bepalen. Mooi bak roept hij, aan de stem te horen is het duidelijk een hij. Ik lach een beetje trots en verward. Mijn glider heb ik gehad van de firma en is er een die maar weinigen zich kunnen veroorloven. Ik knik naar de man als hij naar boven verdwijnt richting de ingang. Langzaam begint mijn glider zich automatisch naar boven te verplaatsen en de klep om het zit gedeelte sluit zich.

De snelheid die voertuigen kunnen halen in de transportbaan is ongelooflijk. Het landschap schiet voorbij en ik zie de teller richting de 600 kilometer per uur gaan. Ik zie de breinmeters op mijn lijfpad aanslaan en veeg een klein beetje om het te compenseren. Onmiddelijk voel ik verandering in mijn lichaam en sluit ontspannend mijn ogen.

Het landschap bij de uitgang van de transportbaan is niet bepaald indrukwekkend. Het zijn de buitenwijken van Teheran. Vanaf hier is het een klein uurtje glijden naar het verste punt van het glas in de woestijn. Teheran is het centrum van de holo soap series. De oude Perzische traditie van verhalen vertellen is gegroeid tot een van de grootste industrieen op aarde. Al zijn de meningen over de kwaliteit ernstig verdeeld. Het logo van de grootste studio, duizend en een nacht is op vele plekken zichtbaar en hier en daar zijn holo’s zichtbaar van de hoofdpersonen uit de verschillende soaps. De grootste hit nu is de outglass kid. De beeltenis van dit vreemde mannetje duikt werkeljk overal ter wereld op. Hoe verder ik van de bebouwing rijd hoe minder ik deze vervuiling zal zien en na een tijdje zie ik de rand van het glas verschijnen met daarachter de prachtige weide ruimte van de Perzische woestijn.

De glider staat zachtjes te zoemen en de sensoren scannen de omgeving rondom het voertuig.
De glider zal me waarschuwen als er beweging is in de nabije omgeving.
Een mooie plek om even te slapen ik pak mijn lijfpad en schuif de melotoets ligt naar rechts en weldra voel ik de slaap verschijnen en zak zachtjes weg in een goede slaap.

De kleine piepjes maken me wakker en een kleine holotje geeft aan dat er voor me iets beweegt. Ik zie zelf nog niets. Het begint licht te schemeren en na dat mij ogen wennen aan het licht zie ik in de verte achter het glas twee lichtjes dichterbij komen. Ik heb een vermoeden wat dat betekent. De countouren van het oude voertuig komen steeds dichterbij. Het is een voertuig uit het begin van de vorige eeuw bij elkaar gehouden door touwen en stukken hout. Op een paar honderd meter van het glas stopt de wagen en twee outglazers stappen uit.
Ze zijn gehuld in leren lappen en hun gezicht is gedeeltelijk bedekt met witte stof. Ze zoeken blijkbaar iets want ze onderzoeken de bodem grondig en wijzen naar plekken op de grond.
Dan kijkt een van de outglassers mijn richting op. Ik zie dat hij mijn aanwezigheid heeft opgemerkt. Hij gebaart naar zijn compaan en wijst in mijn richting en loopt dan richting het glas en richting mij.



Buitenglazers

Ik voel een angst opkomen en pak direct mijn lijfpad om te corrigeren. De man is inmiddels bij het glas aangekomen en ik kan zijn muffige uitdrukkingloze ogen goed zien. Ze kijken me recht aan en even is er een stilte in beweging aan beide kanten. Ik durf even niet te bewegen terwijl ik de behoefte onderdruk om weer mijn lijfpad te pakken.
Een grijns verschijnt op het gezicht van de woesteling en terwijl hij smalend kijkt gaan zijn handen naar beneden om wat voor een broek doorgaat te laten zakken.
Ik zie een zwaar behaard geslacht te voorschijn komen welke zijn behoefte tegen het glas begint te doen. De gele straal wijst in mijn richting en weldra zijn gedeelten van het zicht verstoord.
Ik walg. Het idee om hier te komen was dus beroerd. Ik schuif twee keer op mijn lijfpad om mijn woede te dimmen. De bron van mijn irritatie is inmiddels zijn broek ophalend weggelopen en zijn compaan staat hard tegen de oude Volvo te lachen. Niet veel later verdwijnt het voertuig uit mijn gezicht. Vloekend zeg ik tegen me zelf dat ze dit soort dingen dus nooit in die soaps laten zien.
Ik rijd de glider een paar honderd meter naar rechts om de gele vlekken niet meer te hoeven zien en zet een holo sessie op om het laatste nieuws te kunnen zien.

Het eerste item laat de president van Noord Amerika zien met de Europese Keizer Minister. Ze hebben het over het vieren van een van volgens hun belangrijkste gebeurtenissen van de afgelopen jaren. De opening van de verbinding via Siberie tussen de twee continenten.
De twee glazen continenten waren sindsdien met elkaar verbonden en dat had mij geen windeieren gelegd. De Amerikaanse brandstofcel techniek was stukken beter dan de Europese en ik kon als eerste deze integreren in de Europese glider motoren. Het leidde een immense groei in van de firma waar ik nog steeds werk. Ik schuif het item aan de kant en verschijnt een beeld van de Siberische poort. Niet ver van de verbinding naar het nadere continent lag een van de openingen van het glas. Mensen hadden vele wyens over voor een kleine wandeling buiten het glas. De meesten hielden het maar een minuutje vol. De kou en de angst voor teveel nucleaire straling doen de rest.
Het item gaat over een groep van tien puurlingen die niet meer terug gekomen was van de wandeling. Een paar hadden hun glider meegenomen onder protest van de poortwachters maar die waren niet in staat geweest hun te stoppen. Een woordvoerder van de puur beweging vertelt dat zijn respect groot is voor zijn kameraden die kozen voor het echte bestaan.
Ja denk ik, het bestaan wat waarschijnlijk dan nog maar een paar dagen zou duren.
Ik zoek de de sport holo aanduiding en kijk naar de items over Ajax. Veel is er niet te zien. Een interview met de Deense megaster Joenson. Daar zit ik niet op te wachten. Ik sluit de holo af en mijmer nog even of ik terug zal glijden naar de transportbaan als ik een beweging rechts achter het glas zie.

Zij

Haar haar is bruin en niet bepaald in model. Haar lichaam heeft duidelijk geen modificaties maar heeft dat zo te zien niet nodig. Nieuwsgierig sta ik op, ze heeft me al gezien. Langzaam komt ze dichterbij. Bij het zien van haar bruin groene ogen ben ik verkocht. De vuilvegen op haar gezicht neem ik op de koop toe. Ik weet niet meer of ik nou mijn lijfpad wil pakken of niet. Ik wil mijn blik niet afwenden uit angst dat ik het moment verstoor. Ik blijf haar verbaasd aankijken en leg mijn handen op het glas.
Haar handen gaan naar haar zak en ze haalt het lijfje van een dood konijn te voorschijn. Ze maakt een gebaar dat ze wil eten maar niet weet of dat het kan. Even twijfel ik wat hier wordt gevraagd maar dan snap ik de vraag. Ik pak een sensor uit de glider en richt op het witte lijkje.
De meter slaat meteen uit naar een dik rode stand. Ik kijk haar aan en schud nee. Ze kijkt me treurig aan en gooit het karkas ver van zich af. Daarna gaar ze zitten met de rug naar me toe geleund tegen het glas.
De halve nacht ben ik bezig naar haar aan het kijken. Zodra ik de slaap voel komen pak ik mijn lijfpad om genoeg stimuli te nemen om de slaap weer te verdrijven en ga verder met kijken.
Ik geef de glider opdracht om het beeld vast te leggen en voorzichtig wijs ik de sensor in haar richting en constateer dat ze licht radio aktief is.
De oudste outglazers worden geschat op 21 jaar. De overlevingskans is minimaal en deze dame schat ik op 17 misschien 18. Haar mond staat licht open, vermoedelijk snurkt ze zacht.
Ik besluit ook met mjn rug tegen het glas aan te gaan zitten alsof we rug tegen rug zitten en laat me dit keer in slaap vallen.

De Holo dokter

Ik heb hier de uitdraai van de laatste 2 maanden en ik moet zeggen dit gaat niet goed.
Dokter Jappas kijkt me streng aan in zijn witte jas. Je bent nog steeds duidelijk vermoeid en volgens mij ga je dus niet goed overweg met dat oude model lijfpad vervolgt hij.
Ik zucht, ik weert welk verhaal nu gaat komen. Dokter Jappas wrijft even over zijn neus en steekt dan van wal. Kijk John, de verzekering vergoedt de Lijfpad smooth. Je hoeft niet meer na te denken over hoe en wanneer te schuiven en ik kan op afstand de juiste programmering aanbrengen en dan kan je zelf in verzekering schaal 12 komen.
Ik ben het zat. Deze man irriteert me mateloos en ik zie mijn lijfpad uitschieten ten teken dat de adreline stijgt. Waarom heeft hij eigenlijk een witte jas aan? Hij doet al zijn consults via de holograaf en de laatste keer dat deze man een echte patient aangeraakt heeft moet tijdens zijn studie geweest zijn. Ik houd mijn hand omhoog en hij kijkt me verbaasd aan. Luister zeg ik. Ik zit er eigenlijk aan te denken om me naar schaal 14 te laten zetten. Ik hoef al die controles niet en je vertelt me elke keer niets nieuws. Als ik ergens last van heb dan eeuh.. holo ik je wel. Ik knik even en ram de holo projector dicht en een stilte verschijnt in mijn ruimte.
Ik doe de holo projector weer aan en laat de beelden van gisternacht verschijnen.

Ajax en het monster

Joensen schermt met zijn lichaam de bal af en draait van links naar rechts tussen de drie verdedigers van de Chinezen. Let op zeg ik, hij zoekt Barander. In een vloeiende beweging glijdt de Deen langs de verdedigers en dreigt het strafschop gebied binnen te gaan. In plaats daarvan hakt hij de bal schuin naar achter waar de grote Barander aan komt stormen en de bal in een keer op de slof neemt. Het stadion wordt stil als de bal met een plof het net in stort en Menno en ik slaan elkaar op de handen in een high five. Hij doet dat altijd, zeg ik met een op hol geslagen stem. Ach zei Menno, die chinezen zullen nooit de world league winnen, laat ze het volgende week maar tegen Liverpool bewijzen. De holo laat zien hoe aardig wat chinezen het stadion verlaten. De 4-0 was te veel van het goede. Ik twijfel of ik Menno die beelden moet laten zien van haar. Eigenlijk hoop ik dat hij niet te lang blijft plakken. Ik wil het liefst weer in de glider stappen richting Perzie.
Aan de andere kant zou ik morgen ook naar de zaak kunnen gaan, vermoedelijk was Hans aan het werk. Hans is een purist en wie weet kan hij me wat vertellen over outglazers wat ik nog niet weet. Menno kijkt me schuin aan en lacht. Je bent weer aan het dromen John, ga lekker pitten en ik zie jou van de week wel weer.
Hij staat op en laat zich in zijn antieke glider glijden en glijdt hortend en stotend de straat op.
Ik kijk naar haar handen. Ze zijn slank met wondjes rondom de nagels welke zelf aardig afgekloofd zijn. Zwarte randjes rondom de einden gaan over in het vuil op de vingers. Ze zat tegen het raam toen ik aan kwam gljden. Het zal niet meer lang duren of de zon komt op.
Zodra ik uit mijn glider stapt kijkt ze op en ik zie haar lach. Meteen weet ik dat het waard was om toch te komen. Ik zet mijn platte hand tegen het glas en zij doet hetzelfde. Het glas is op dit punt vermoedelijk meer dan een meter dik maar toch lijkt het of ik haar hand voel. De laatste nacht uren glijden voorbij totdat ze plotseling haar vinger opsteekt ten teken dat ik stil moet zijn en niet moet bewegen. Dat stil zijn is een understatement, geen geluid komt door deze akelige wand.
Ze is inmiddels opgestaan in een soepele beweging, in haar hand is een klein glimmend mes verschenen. Ze stapt enkele stappen naar voren en dan...uit het niets springt een grote schaduw in haar richting. Mijn hart staat even stil en begint dan heftig te bonken. De grote schaduw is inmiddels een grote bos haar met heftige tanden en klauwen en een van de klauwen raakt haar arm en het mes vliegt daardoor tegen het glas. Dit gaat fout.
Even twijfel ik maar dan stap ik razendsnel in mijn glider en verplaats alle energie naar de lampen. Het monster staat opeens in volle lichten en kijkt verschrikt mijn kant op. Dat kleine moment was genoeg. Ik zie hoe zij haar tanden in zijn nek zet en vol doorbijt. De paniek breekt uit bij het monster als het bloed uit zijn hals tegen de glas wand aan spat. De halsslagader pompt het bloed in grote golven naar buiten. Rustig pakt zij haar mes en begint van onder uit de buik van het stervende dier op te snijden. Met haar hand rukt ze ingewanden en uiteindelijk het hart naar buiten. De ogen van het dier blijven verbaasd mijn kant op kijken ongeacht of er nog leven achter is.

Puur

MIjn baas kijkt verbaasd als hij mij ziet staan achter de werkbank. MIjn glider staat half open en gedemonteerd naast de bank en op de bank liggen verschillende brandstofcel onderdelen in ontlede staat.
Ik zet even mijn laserbril af en kijk hem glimlachend aan. Tja zegt hij, vakantie is niet echt jouw ding he John? en wat ben je in glasnaam aan het doen? Ik wijs op de brandstofcel en zeg: kijk ik maak de verbindingen iets ruimer en de weerstand wat hoger, dat kan, realiseerde ik me door wat vries technieken toe te passen. Mijn baas is nu echt verbijsterd: maar waarom zou je dat doen? Hoe dichter de verbindingen en hoe lager de weerstand hoe sneller de doorgifte?
Nou,zeg ik, nu haal je hoge snelheden en een aktie radius van pakweg 300 kilometer. Ik vermoed dat ik dat nu al vertienvoudig. Mijn baas leunt inmiddels over de tafel en tikt met zijn vinger op de glider. Ja zegt hij als we ver weg willen nemen we toch de transportbaan? Ja dat klopt zeg ik mits je de wyens hebt voor grote afstanden en vooral geen kinderen mee nemen. Wat zou je zeggen van een lege transportbaan voor grote langzame voertuigen om bijvoorbeeld zand te halen uit Kwisurgie? MIjn baas zijn mond valt even open en terwijl hij bijna naar kantoor rent schreeuwt hij nog even.. geniaal, geniaal en weg is hij al pratend in zijn holograaf.
Ik pak de brandstofcel en monteer hem weer in elkaar en leg 2 extra cellen in een klein onzichtbaar compartiment aan de onderkant van mijn glider en zwaai ondertussen naar Hans en maak het gebaar van het drinken van een kopje koffie.

Zodra ik Hans uitleg dat ik sympathie voor de puurbeweging voel en ze wil steunen, gebaart hij me te volgen. We lopen naar zijn kleine kamer in de oude loods vlak buiten de poort van de firma. Daar sluit hij de deur en schenkt wat vreemde thee in terwijl ik plaatsneem op de rand van zijn onopgemaakte bed. Ik zie geen enkele electronica in zijn kamer maar wel de vreemdste mechanische constructies. Hans is een meester in het gebruik van allerlei materialen. Het gerucht gaat zelfs dat hij de daadwerkelijke samenstelling weet van het glas.
Ik leg Hans uit dat ik zelf te bang ben om de stap naar buiten te zetten. Ik houd teveel van het leven en leef liever hier 90 jaar in plaats van daar enkele dagen. Hans knikt, zie het als een laatste stap van de ontwikkeling van de mens zegt hij. Eindelijk terug naar de kern rechtstreeks onder de zon. Weet je dat in Siberie en Alaska de straling al bijna op het nivo is van voor de grote uitbraak? Met de juiste middelen moet je kunnen overleven daar. Ik knik even, maar geloof er niets van, mensen kunnen niet overleven bij een constante temperatuur van min 40. We praten nog ruim een uur door waarna hij me toezegt me in contact te brengen met de puur gemeenschap.

Tegen het glas

Behalve dat Teheran de plek is om beroemd te worden in soap series bevat de stad ook een grote ondergrondse markt. Na veel vragen kom ik bij een handelaar uit die bereid is mij twee laser modificaties te verkopen die volgens mij met wat passen en meten op mijn glider te monteren zijn. Ik besluit gauw af te rekenen en haast me weg. Rondom de glider staan al aardig wat mensen te kijken en het zou niet lang duren of de glider zou vervallen tot onderdelen die weer op de markt te vinden zullen zijn. Ik glijd door naar de plek bij het glas. Ze is er niet, wat mij de gelegenheid geeft al vast wat montage werk te verrichten. Nadat ik al een tijdje bezweet en met ontbloot boven lijf tevreden mijn gereedschap opberg zie ik dat ze al een tijdje op de grond gezeten moet hebben kijkend naar mij. Ik ga tegenover haar zitten in een zelfde soort kleermakerszit houding als zij. Ik zie dat ze een broek aan heeft van de huid van het monster van gisteren. Ik glimlach en wijs met mijn ogen er naar. Ze kjkt me brutaal aan terwijl ze een stuk vlees eet die ze uit haar zakken haalt, vermoedelijk ook van het monster. Als haar mond leeg is leunt ze naar achteren en trekt de broek uit en houd hem haar trots voor het glas. Ik knik bewonderend maar kan bijna mijn ogen niet afhouden van de plots zichtbare schaamharen en vagina. Als of het normaalste zaak van de wereld is gaat ze weer tegenover me zitten en legt de broek naast haar neer, zachtjes begint ze zich zelf te vingeren terwijl mijn lijfpad inmiddels alle kleuren begint weer te geven.
Haar nek en wangen worden roder en roder en even stopt ze terwijl ze me vragend aan kijkt. Ik kijk even om mee heen, kruip dan dichter tegen het glas aan. Zij verplaatst ook haar lichaam zodat ze vrijwel liggend tegen het glas aan vleit terwijl haar vinger gewoon doorgaat met de edele taak. Ik laat mijn broek zakken en doe met haar mee terwijl ik haar blijf aankijken.

De Arena

Geen twijfel mogelijk zegt mijn baas terwijl zijn hoofd zichtbaar is als hologram. Je komt gewoon bij mij staan tijdens de plechtigheid. Zonder jou hadden we nog tien jaar lang langer moeten wachten totdat Ajax weer in haar stadion kan spelen.
Daar baal ik wel van, liever zou ik de wedstrijd tegen Liverpool zien op een van die ouderwetse stoeltjes op de tweede ring tussen de normale supporters. Nu moet ik aansluiten op een van de ereloges en daarvoor nog het “feestelijke”gedeelte aanhoren. Ik parkeer mijn glider op het privedek na vertoning van mijn holo id. Tien jaar geleden was men begonnen met het onder het glas brengen van de oude arena. Het was een miljarden operatie maar gelukkig kon men vanuit het AMC de glaslaag doorblazen zodat ook de Arena bereikbaar werd. Het schoonmaken en geschikt maken van de plek had daarna nog een jaar of 8 nodig. De suppoost liep met me mee naar een ingang die me rechtstreeks de catacomben inbracht met een verkorte weg naar de feestzalen. Ik kon het gras bijna ruiken vanaf hier en in de bestuurskamer zag ik mijn baas al op het kleine podium staan. Naast hem stond de directeur van het bouwbedrijf. Een grote vadsige man die de vergelijking met een everzwijn goed doorstond. Naast hem stond zijn vermoedelijke nieuwe aanwinst. Een roodharige dame met felrode veeg makeup, Mijn baas wenkte me en riep in de zaal. Heren: hier is hij dan de man die er voor zorgde dat we niet nog tien jaar hoeven te wachten op livevoetbal in Amsterdam. Dank zij zijn modificaties konden de anti nuclaire blazers dubbel zo snel werken. Kom John zeg wat tegen het publiek.
Hier heb ik nou zo een hekel aan denk ik terwijl ik het podium op loop. De dame kijkt me even verveeld aan. Ik zie haar perfect gevormde borsten met verzilverde tepels en een stuk van haar blote lijf waar de lijfglitters duidelijk zichtbaar zijn. Het is een rage die de moderne soapsterren allemaal hebben. Het lijken een soort diamantjes ingebracht op je lichaam. Het voelt echter als huid. Bij haar beginnen de steentjes tussen haar borsten en de hoeveelheid neemt toe naarmate je lager kijkt, en je kan vrij laag kijken. Hier staat de natte droom die geen probleem alle hoofdrollen kan krijgen in de holoporno industrie.
Ik kijk het publiek aan en zeg: ik deed dit puur voor mezelf en niet voor de firma, ik houd namelijk veel van Ajax en als ik er iets aan kan doen om ze beter te laten spelen dan doe ik dat graag en ik houd mijn glas strak omhoog als proost teken. De zaal volgt gedwee mijn voorbeeld.
Ik zie mijn baas glimlachen, ik weet dat hij bang was dat ik weer een vervelende opmerking zou plaatsen terwijl al zijn belangrijke... relaties er zijn. De dikke man slaat me hard op de schouder en zegt goed gedaan kerel. Weet jij wat jij moet doen? Je moet je vrouw tracteren op de nieuwste modificatie. De dame kijkt hem boos aan en zegt Kees ..... Lachend en haar negerend gaat Kees door: de clitmodi, geweldig, het kost een paar centen maar dan heb je ook wat. Mijn baas verstart uit angst voor de opmerking die nu gaat volgen maar tegen zijn verwachting in zeg ik: zodra ik wellicht ooit trouw zal ik aan uw suggestie denken, wellicht zijn ze dan al tweedehands te krijgen, excuseer mij, ik ga even wat nieuws te drinken halen en rondkijken. Ik laat het gezelschap achter in verwondering of dit nu cynisch of gemeend was.


wraak in de catacomben

In het zaaltje er naast spelen kinderen met oude fietsen. De hele ruimte is in de sfeer teruggebracht van de tijd van voor de uitbraak. Met mijn biertje ga ik op een vrij stoeltje zitten en kijk naar het rennen en gekrijs van de uitgelaten kinderen. Sommige hebben zelfs kleren aan die lijken op de kleren uit die tijd. Een van de meisjes stopt haar fiets vlak voor me en ik zie twee groen bruine ogen. Even ben ik verward maar ik besluit op te staan en naar het veld te gaan kijken waar inmiddels de keepers hun warming up doen. Boven aan de tribune kijk ik hoe de bal soepel heen en weer gaat tussen trainer en keeper terwijl ik een hand op mijn schouder voel. Aan de zeer lange rode nagels herken ik de dame van daarnet. Ze kijkt naar het veld en ik begrijp dat haar interesse daar niet zal liggen. Ze houd mijn arm stevig vast en trekt me mee dwars door de menigte een trap af naar een ondergelegen gang. We komen uit in een kamer waar bouwmaterialen liggen en een massage tafel. Ik twijfel of ik dit wel wil en maak aanstalten om weer terug te lopen maar ze grijpt mijn arm steviger vast. Met haar andere hand pakt ze mijn lijfpad en met twee soepele schuifbewegingen voel ik de geilheid omhoog komen en mijn bloed richting beneden gaan. Mij kleren worden efficient verwijderd en ze zegt in mijn oor, dit zal hem leren die vetzak en douwt mijn hand op haar gemodificeerde clitoris.
Als ze even later op me glijdt zie ik tussen de zilveren tepels door in de hoek enkele in folie verpakte werkkostuums liggen van de nucliaire schoonmaak ploegen en vraag me af hoe ik die ongemerkt mee naar buiten kan nemen. Ondertussen laat de modiclit de dame aardig hard kreunen terwijl mijn inspanning toch echt minimaal is.

Лорино, de poort

Ik kijk in mijn glider uit verveling naar de beelden van de wedstrijd die ik meer dan twee weken geleden live heb gezien in de weer opengestelde arena. Althans de tweede helft dan, de eerste helft ging verloren met andere dingen. De rest van die week ging verloren aan het aanbrengen van de modificaties aan de glider. De laatste aktie aan de glider was de witte doffe lak die ik moest aanbrengen. Het commentaar was alom aanwezig, wie verft nou zo een mooie dure glider in een lelijke doffe witte kleur? Het was een hoop werk en de dagen en avonden en nachten waren gevuld met hard werken. Naar Perzie glijden was er niet bij, althans een enkele keer wel echter zonder haar te zien. Die nacht bleeft het donker en was er geen beweging voor het glas.
Vorige week was ik afgereisd naar Berlijn om de leiding van de puur beweging te ontmoeten. Ik werd warm onthaald. In klein comitee legde ik mijn plannen op tafel en de beloofde geld transactie maakte ze wel meewerkend. Na uren beraad opende ik mijn transactie scherm en maakte het bedrag over. Onder luid gejuich werd er toen geproost op het slagen van de deal. De puristen beschikten over echte wijn. Dat is een unicum in onze afgesloten wereld en de kater die knetterhard kwam werd met een paar veegjes op de lijfpad bestreden. En nu is het wachten op de eerste “puur wave”. Een paar kilometer voor me is de poort zichtbaar. Een groot electronisch bord geeft aan dat er geen wolven of beren te zien zijn en dat er nu 4 mensen buiten zijn.
De poort bestaat uit een tunnel van enkele honderd meters. Wat er in de tunnel gebeurt is niet zichtbaar. Wat er aan het eind van de tunnel gebeurt is zichtbaar door het glas. Vier mensen lopen een klein rondje door de buitenlucht en spelen af en toe als kleine kinderen in de sneeuw die gestaag daar naar beneden komt.
Ik kijk op mijn klokje, tijd om wat laatste modificaties aan te brengen. Ik stap uit de glider en haal twee holo projectors die op een stang zijn gemonteerd uit de onderkant en monteer deze zowel voor als achter. Ik ben vanaf hier niet goed zichtbaar dus de wachten zullen het niet doorhebben.
Er staan er twee verveeld bij de ingang, binnen moeten er nog meer zijn. Volgens de inside informatie van de puur beweging zijn er constant minimaal 15 wachters aanwezig.
Ik controleer mijn laserwapens aan de voorkant en haal de beschermhoezen van de lopen.
Weer terug in de glider zet ik de lasers op verdoven. Ik wil geen moordenaar worden en wacht.
Vier gliders van de media zenders komen aan glijden en nemen positie bij de poort. Dat is een teken dat er wat gaat gebeuren, onmiddelijk komen een paar wachters naar buiten. Het is nu een kwestie van timing, als de wachten doorkrijgen dat er stront aan de knikker is zullen ze gaan berichten met hun hoofdkwartier en die heeft pakweg 1 uur nodig voor versterkingen. In het eerste geval sluiten ze de poorten, dus enige haast is geboden.
Er volgen een paar onrustige minuten tot een zacht gezang hoorbaar wordt

Binnen en buiten sex

De groep van 150 puur aanhangers komt aanlopen met alleen een paar gigantische vlaggen waar mee heftig gezwaaid wordt. Het zijn vlaggen met het symbool van de oude wereld. Blauwe vlaggen met witte sterren. Voor de rest zijn alle aanhangers geheel naakt op hun schoenen na. Deze zijn duidelijk gemaakt voor de sneeuw. Ik vond het idee om dit naakt te doen compleet gestoord maar het paste nou eenmaal in hun filosofie. Ik noemde het een religie maar dat hield ik maar voor me.
De groep houdt stand voor de poort, inmiddels waren zeker 12 wachters naar buiten gegaan. De groep maakt een grote kring om de poort en om de wachters. De baas van de wachters, een grote man met een zware baard stapt naar voren en steekt zijn hand omhoog. Onmiddellijk houdt de groep op met zingen. De man roept in volle stem: wereld onder het glas, wees gerust, de tijd is aangebroken van onze wedergeboorte. Wij zullen de eerste stappen zetten naar de aarde zoals de aarde was. Wij zullen er voor zorgen dat we weer kunnen lopen in regen, sneeuw en zonneschijn. We zullen weer kunnen genieten van haar schoonheid zonder een glazen kap.
Onze volgende kinderen zullen geboren worden in vrijheid. Uit de groep komen nu enkele stelletjes naar voren die voor de man zich op de grond nestelen en beginnen te vrijen, het voorspel werd voor het gemak zo te zien maar overgeslagen. De wachters kijken in paniek om zich heen. Ik zet de glider in beweging en glijd in een soepele beweging naar de poort.
De groep maakt voorzichtig ruimte voor me zodat er een klein gaatje onstaat waarin ik de poort in kan. Ik hoor de baard man roepen: Ook als we door de poort zijn zullen we de mooiste daad verrichten die de mens kan doen: het bedrijven van de liefde maar dan in vrijheid.
Ik ben nu in de poort en zet de holoprojectoren aan. Om me heen verschijnt een hologram van glas en sneeuw. Ik ben vrijwel ontzichtbaar voor de snelle kijkers en ik glijd voorzichtig steeds dieper de tunnel in. Ik passeer enkele wachters die het spektakel niet willen missen.
Ze zien mij niet. Mijn hart bonst en voor me verschijnt het eind van de tunnel. Twee wachters versperren de weg. Ze zijn duidelijk op hun hoede en gewaarschuwd. Ik houd stil en richt mijn lasers en start deel twee . Ik verander het hologram van sneeuw en wit in rode felle vlammen. De verbazing onstaat op hun gezichten, een van de twee wachters komt aan rennen om te kijken waar dat plotselinge vuur vandaan komt. Dat geeft me precies het gaatje ruimte wat ik nodig heb. De glider spuit weg en het enige wat de wachters zien is een vlam die snel uit het zicht verdwijnt.


Buiten

Ik laat de glider een metertje boven de sneeuw glijden. Het eerste doel is het dorp Slatsnov.
Eerdere leden van de puur beweging zouden daar hun kamp hebben moeten opgeslagen. De afspraak is dat de grote groep of beter gezegd wat er van over zal zijn daar heen zal gaan.
De verwachting is dat ze daar een dag of twee, drie over zullen doen. Een haast onmogelijke opgave zonder eten, kleren of wapens tegen de wolven. Met de glider zal ik er een uurtje over doen althans als ik wat zie. De sneeuw op de ruit maakt het zicht vrij lastig en gliders hebben geen ruitenwissers. Onder het glas is er immers geen neerslag. Ik vertraag mijn vaart en kom bijna tot stilstand omdat ik vrijwel niets meer zie. Ik moet even helder denken. Ik open de kap en probeer voorzichtig te glijden, de kou en de sneeuw klappen hard op mijn gezicht. Kansloos dus. Kap weer dicht en dan maar op de computer, de sensoren zullen de koers automatish aanpassen als zij objecten ziet verschijnen. Ik sluit wat hoger te stijgen zodat ik geen last zal hebben van bomen of sneeuwhopen en laat de glider zijn gang gaan. Over circa een uur neem ik het wel weer over. De glider gaat met horten en stoten door de lucht, de sneeuw laat hem steeds correcties maken en ik heb het gevoel dat ik veranderd ben in een ouderwetse slagroom klopper. Ik kijk of ik nog ontvangst heb van de mediakanalen en zowaar met een hoop storing komt er een logo langs van de situatie bij de poort. Bij de poort is een waarlijk gekkenhuis ontstaan, een groot gedeelte van de groep is inmiddels buiten bezig daar in de kou nageslacht te verwekken terwijl een gedeelte van de groep tussen wachters en media voor de poort heftig loopt te discusseren. Ik stop het beeld en concentreer me op het vage uitzicht van wit wit wit en af en toe een stukje grijs.


Wolf


Het landschap verandert voor mijn ogen, de eerste bomen worden zichtbaar en na een tijdje nemen de bomen het over als voornaamste beeldvulling van de sneeuw. Het duurt niet lang of ik zie de contouren van een klein dorp. Het bestaat gedeeltelijk uit houten huizen met hier en daar een betonnen constructie. Ik laat de glider zakken tot vlak boven wat de centrale straat moet zijn.
Bij een kerkgebouw en een oude stenen vijver houd ik stil. Het sneeuwt niet meer en de kap kan rustig open. Geen mens of dier te bekennen. Alles ziet er uit alsof er al jaren niemand meer is geweest. Ik vrees het ergste voor de puur gemeenschap. Het zal geen pretje worden om hier een bestaan op te bouwen. Ik stap uit de glider en voorzichtig loop ik naar het kerkgebouw.
Voorzichtig betreed ik de gladde stenen trappen en duw tegen de grote houten deur. Piepend geeft de deur mee en een grote donkere ruimte wordt zichtbaar. Hier en daar komt licht binnen door openingen in glas en steen. Op de grond wemelt het van stukken hout, sommige verbrand. Dat is een oud teken van leven. Ik buk om een groot stuk hout op te rapen wat gedeeltelijk is verbrand. Hoe lang zou dit hier al liggen? Je zou het moeten kunnen zien maar ik heb geen idee hoe.
Ik loop een rondje door de kerk om te zien of ik verdere aanwijzingen kan vinden van recent menselijk bezoek maar helaas ik vind niets totdat ik mijn glider hard hoor piepen. Dat is een teken van beweging rondom de glider en dus gevaar. Ik ren naar de deur om te gaan kijken en zodra ik de deur open doe sta ik oog in oog met twee blauwe diepe ogen omgeven door wit haar en daaronder een zeer imponerend aantal tanden. WOLF. Ik reageer meteen en smijt de deur dicht en voel het gewicht van de wolf hard tegen de deur aan klappen. Mijn hart bonst in de keel, ik kijk door de spleet en zie de wolf versuft liggen. Op het plein lopen een grote groep soortgenoten. Ze zijn gigantisch maar zien er ook heel hongerig uit. De weg naar de glider is open echter als ik ga rennen dan zal ik waarschijnlijk halverwege al veranderd zijn in een ontbijt met spek.
Ik kijk met paniek om me heen en snap dan waarom de takken hier op de grond liggen.
Met een grote brandende tak voor me zwaaiend loop ik de deur uit, mijn benen trillen en ik glijd uit over de trap en val gelukkig op mijn billen op het plein. Versuft maar met de brandende tak in mijn handen zie ik de wolven om heen komen. Ik wist niet dat mijn hart zo hard kan kloppen. Het is alsof hij zegt: let op ik wil blijven kloppen, ik ben hier. Ik sta op en zwaai met de tak voor me uit. De wolven hebben respect voor het vuur en maken ruimte, echter ik moet nu zowel voor me als achter me afdekken en al draaiend en zwaaiend beweeg ik me richting de glider. Dan valt een wolf aan zonder bang te zijn voor het vuur. Ik voel hoe zijn tanden het hout ingaan en de kracht is dusdanig dat ik de tak niet meer kan vasthouden. Ik ren uit alle macht naar de glider en spring zowaar in een keer op de stoel. De glider reageert meteen op mijn beweging en glijdt met volle vaart naar links uit het bereik van de klauwen. Ik stel de lasers in op rood en maak een U bocht en val aan. De wolven weten niet wat ze overkomt, ze rennen in paniek weg terwijl de een na de ander geraakt wordt door de laser stoten. Weldra liggen tientallen wolven lijken over de straat. De wolven blijven bij de rand van het dorp staan en blijven kijken naar hun ontbijt.
Ik besluit om ze ook hier weg te jagen en vuur nog wat schoten af, wat tot gevolg heeft dat ook hier de aftocht wordt geblazen.

Mochten de leden van de puur beweging hier komen dan is vuur het enige wat ze kan helpen om de wolven te weerstaan. Ik besluit de houten huizen in de brand te steken. Weldra brand het halve dorp af. Dit vuur zal zeker een etmaal stand houden. Genoeg om een veilige inkomst een beetje te ondersteunen. Daarna geef ik de glider opdracht om vol gas te gaan.

Ander Glas

Ondanks dat dit een zeer comfortabel model glider is begin ik aardig stijf te worden van de beperkte mogelijkheden qua houdingen. Dagen en nachten gaan voorbij met amper veranderende landschappen met sneeuw, steen en bomen. Heel af en toe sporen van wolven maar geen enkel teken van leven. De glider glijdt een stuk comfortabeler maar ik begin het aardig zat te worden. Ik heb geen idee waar ik ben en hoe lang ik nog moet. Ik blijf stug de koers handhaven van zuidwest en zou toch een keer de bergen moeten gaan ontwaren waar van ik weet dat ze gaan komen. Soms stop ik even en stap naar buiten om mijn lichaam te strekken, de lucht voelt fris maar erg lekker. Veel beter dan binnen het glas. Dan ga ik weer verder met mijn tocht. Nog meer dagen en nachten glijden voorbij en de steppe blijft maar komen


Het glas wat ik ontwaar ziet er anders uit dan ik gewend ben. Dit is niet iets wat bij de bekende glas wereld hoort. Het is dunner en de spanwijdte is zeer beperkt. Er komen geen signalen door van energie of andere tekens van beschaving. Het land achter het glas ziet er onbewoond uit. Ik besluit het glas zuidwaarts te volgen en zet de glider een metertje boven het hoogste gedeelte van het glas en laat hem zachtjes vooruit gaan.
Een stukje verder wordt het glas breder en hoger, ik zie de contouren van oude huizen maar dan zie ik ook de openingen in het glas. Aan de zijkant zijn grote open gaten. In een van de gaten staat een oude roestige russische tank. Binnen in het glas staat er nog een half afgebroken.
Hier heeft duidelijk een gevecht plaatsgevonden. De tanks waren blijkbaar krachtig genoeg om het glas te breken. Ik laat de glider langzaam naar beneden zakken en ga de opening in van het glas en glijd richting de huizen. Bij het eerste huis maak ik een korte bocht de straat in en sta stil
Even staat mijn hart ook stil, voor mij verschijnt een wezen. Het is een man van zeker drie meter hoog en een dikke meter breed. Zijn ogen staan diep in zijn oogkassen en twee zwarte pupillen staren me strak aan. De wenkbrauwen boven de ogen zijn zeer dik en lopen in elkaar over boven de platte neus. Boven op zijn hoofd is een doek gespannen als zijnde een piraat. Zijn kleren bestaan uit dierenhuiden, vermoedelijk wolf en ten dele oude russische uniformen. Zijn armen zijn bloot, naast de indrukwekkende hoeveelheid haar op de armen vallen vooral de spieren op.
In een van de indrukwekkende armen is een speer geklemd ter grote van een kleine boomstam.
Deze man is vermoedelijk in staat de glider in een klap te vermorzelen. Ik draai de glider onmiddelijk om en wil het hazenpad kiezen echter nu zie ik achter mij ook twee andere reuzen staan. De linker is nog indrukwekkender door zijn grijze baard en de gevaarlijk ontblote boventanden en vooral de punt 50 die hij in zijn ene hand houdt alsof het een uzi is. Er zit niets anders op dan het activeren van de lasers en snel ook want een .50 daar kan geen Glider tegen op. Ik hoor hem een lage kreet geven ten teken dat de drie wat gaan doen. Mijn vinger hangt vlak boven de knop voor vuren als er een harde hoge gil hoorbaar is. Gelijktijdig kijken we naar de bron van de gil. Achter het glas aan de zuidkant, is een andere reus zichtbaar. Deze is van het vrouwelijke soort. Om haar heen en vooral tegen haar aan gedrukt zijn een vijftal kleinere reusjes te zien. In de handen van de reuzin is een baby zichtbaar. Op enkele meters van het gezelschap is de reden van haar gegil zichtbaar. Ze is geheel omsingeld door zeker een paar honderd wolven. Vooraan staat een grote grijze wolf. Zichtbaar de baas van de roedel. De reuzen beginnen te rennen en geven mij geen aandacht meer. De afstand is te groot, dat gaan ze nooit op tijd halen. De wolven zullen binnen enkele seconden aanvallen. Ik neem een besluit. Vol vaart spuit de glider vooruit. Langs de reuzen, die verbaasd kijken maar niet stoppen, glijd ik naar buiten en maak een u bocht terwijl ik het vizier richt op de grijze wolf. De schoten zaaien dood en verderf. Al vurend ga ik dwars door de vele wolven heen. Het lijkt op Mozes die de zee open ziet splijten. Nadat ik er door ben maak ik een u bocht en val de inmiddels vluchtende meute aan.
Niet veel later is de vallei rood van het bloed en bezaaid met de wolvenlijken. Ik stop de glider. Er zijn nog enkele wolven tussen mij en de reuzin. Ik druk nog een keer op de knop en ook dat probleem is geklaard. Het duurt niet lang of ook de reuzen arriveren op het slagveld.
De reuzin wordt omarmd door de grijsaard reus en de rest ontfermt zich over de kinderen.
Ik open de kap van de glider en blijf rustig kijken naar het familie/tafereel en juist op het moment dat ik er aan denk om verder te gaan, loopt de grijsaard mijn kant op met in zijn armen het lichaam van de grijze wolf. Vlak voor me bljft hij staan. Op enkele meters afstand is de reus nog groter en nog meer imponerend dan bij de eerste blik. Ik onderdruk aan alle kanten de neiging om hard weg te vliegen. De reus zakt door zijn knieen en legt de grijze wolf voor me neer. Dan pakt hij uit zijn kleren een voor hem klein mes, voor mij is het meer een dik zwaard. Hij steekt het zwaard of mes in de wolf en knikt mijn kant op. Ik knik maar een beetje glazig terug. Dan draait de reus zich om en loopt terug naar zijn familie

Berg

Ik had de grijze wolf zeker een volle dag met me meegezeuld, net zolang dat ik zeker wist dat de reuzen niet zouden zien dat ik hun kado respectloos op de grond gooide. Het zwaard hield ik natuurlijk. Dit was al weer meer dan paar uur geleden. De avond was inmiddels gevallen en ik liet de glider zelf de weg bepalen en zak in een onrustige slaap.
Verward wordt ik wakker, de sneeuw valt met grote hoeveelheden naar beneden. De glider probeert fel hoogte te winnen. Om me heen is wit en vooral zwart. Ik probeer te wennen aan het donker en zie dat het zwart niet de nacht is maar de wanden van bergen. Ik zie de contouren van rotsen tussen de felle sneeuw. De glider geeft aan dat de maximale hoogte bereikt is. De lucht is ijl en ik merk dat ik kort ademig ben. Ik moet echt heel hoog zijn. Ik kan er blijkbaar niet overheen maar moet er tussen door. De glider zoekt een weg en ik ben getuige hoe uren voorbij gaan tussen sneeuw en wanden. Ik heb de bediening dan al overgenomen. En zoek langzaam een weg tussen de stenen. Voor mijn gevoel kruip ik en ik heb geen idee of ik werkelijk vooruit ga.
Ik raak buiten adem en zie dan de waarschuwingslampjes branden. De brandstof cel raakt op zijn einde. Dat is nou niet een lekker moment. Ik moet een plek vinden waar ik kan stoppen.
De reserve cel ligt in de onderkant van de glider. Dat betekent dat ik moet stoppen en uitstappen om hem te verwisselen. Het zoeken heeft niet veel zin en de tijd wordt ook niet gegeven, de glider begint te haperen en ik laat hem zakken tot vlak boven een blijkbaar plat stukje. De kap glijdt open en ik wordt bedolven onder een lading sneeuw. Ik worm me naar buiten en laat me op de grond glijden. Althans ik voel hoe ik wegzak in de sneeuw. Met mijn rechterhand probeer ik de rand van de glider te grijpen echter ik voel hoe mijn evenwicht wegzakt en ik achterover val in de sneeuw. Ik voel nog hoe mijn hoofd iets hard raakt. De pijn komt onmiddelijk, gevolgd door het vele wit van de sneeuw waar ik in wegzak. Ik moet wakker blijven maar zak weg in een mix van wit en zwart.


Klooster

Mijn hoofd knalt uit elkaar van de pijn. Mijn hand zoekt de lijfpad en na enkele vegen begint de pijn te zakken. Ik realiseer me dat ik geen sneeuw voel maar lakens en kussens. Voorzichtig doe ik mijn ogen open. Ik zie een ruimte met vage witte muren met houten meubels, dikke tapijten en brandende kaarsen en kleine raampjes met gekleurd glas. Mijn handen voelen verband om mijn hoofd. Iemand heeft me hier gelegd. Vaag komt de herinnering terug aan de glider in de bergen.
Ik probeer rechtop te zitten maar voel dat het verstandiger is om weer te gaan liggen. De slaap komt direct terug.
Zijn naam Ngyuen, zijn hoofd is kaalgeschoren en hij draagt een oranje gewaad. Naast hem staat Yonin. Yonin was degene die mij gevonden heeft in de bergen. Nguyen praat, het zij gebrekkig mijn taal maar voldoende voor mij om hem te volgen. Yonin praat af en toe en Ngyuen vertaalt. Hij had al een tijdje geluid gehoord in de bergen van mijn glider en was gaan zoeken.
Hij vond de glider en begreep dat ik dichtbij moest zijn. Het had niet veel langer moeten duren of ik had als ingevroren museum object kunnen dienen. Met de lastdieren hebben ze mij en later de glider naar het klooster gesleept.
Als ik me vandaag goed genoeg voel mag ik de kamer voorzichtig verlaten en samen met mijn twee nieuwe kompanen het klooster verkennen.
Ik trek voorzichtig mijn schoon gewassen kleren aan. In plaats van mijn kekke sneakers krijg ik nu een paar indrukwekkende sneeuwlaarzen afgezet met bont. Ngyuen grijnst als hij de kamer binnen komt. Ik steek zeker anderhalve kop boven hem uit. Ik voel me dan ook een reus als ik in de gangen loop langs alle oranje mannetjes die allemaal stoppen met hun activiteiten en me lachend aankijken. Yonin staat in de gang de vloer te vegen en lacht als hij ons ziet aankomen en legt zijn bezem aan de kant. Eenmaal buiten moet ik wennen aan het felle licht.
Als mijn ogen eenmaal gewend zijn zie ik de binnenplaats waar nog meer oranje mannetjes druk bezig zijn met allerlei huishoudelijke activiteiten. In het zonnetje gaan we met zijn drieen op een stenen bankje zitten en kijken naar het schouwspel. Zeg Nguyen het valt me op dat ik alleen mannen zie en nergens vrouwen en kinderen, hoe kan dat en ik kijk hem een beetje schuin aan. Hij begit meteen te vertalen en Yonin begint hard te lachen. Er is een klooster aan de andere kant met vrouwen en kinderen. Daar mogen wij niet komen althans. Als beloning mogen we er soms, een keer per jaar heen. Yonin is vorige week geweest, op de terugweg vond hij jou. Wellicht begrijp je zijn goede stemming. Yonin begint weer te lachten en zegt een paar vreemde dingen. Nguyen begint te lachen: na zijn bezoek vond hij wel een hele vreemde baby op zijn weg en slaat me op de schouder.
Na een tijdje staan we op en moet ik mee naar een schuur aan de rand van het klooster. Daarbinnen staat compleet uitgeteld mijn glider. Geen enkele functie staat aan. Ik vraag mijn maten hem voor op te tillen zodanig dat de onderkant vrij komt. Uit het de lade daar haal ik de laatste brandstof cel en plaats deze in het voor compartiment. Onmiddellijk zweeft het gevaarte omhoog en blauwe lichtjes in de cabine gaan branden. Tevreden laten we mijn trouwe paard zo achter.
De volgende stop is de bibliotheek. Een grote hoge koude zaal met een geweldig lange houten tafel met aan de wanden kasten vol met boeken en bladeren. Ik kijk met verbazing om me heen en heb het gevoel in een archeologisch museum terecht te zijn gekomen.
Yonin pakt een lang perkament en legt die uitgespreid op de tafel. Ik zie een landkaart en ontwaar een tekening van het klooster en verderop nog een klooster, bergen, rivieren en zowaar enkele dorpen. Yonin legt inmiddels een tweede tekening daaronder en daaronder een derde.
Op de derde is duidelijk een glazen constructie zichtbaar die dwars over de tekening loopt. Mijn hart gaat sneller kloppen. Ik krabbel op een blaadje de routes en de coördinaten en kan haast niet wachten om weer te gaan op weg naar haar.


Hoi Glas!

Het afscheid is hartelijk, ik beloof met heel mijn hart terug te komen en ik ga er al gemakshalve van uit dat zij er dan bij zal zijn. De glider lijkt in topvorm, zonder moeite raast hij over de bergpassen, langs rivieren en na enkele uren wordt het landschap vlakker en dan wordt het glas zichtbaar.
Dit is het glas wat ik ken, ik zie de transportbaan en zo nu en dan de beweging van voortrazende gliders. Ik laat mijn glider omhoog gaan naar de bovenkant van het glas. Het kan niet lang duren of ik zal bij een gedeelte zijn waar het voedsel wordt verbouwd. Op die plekken zijn sluisjes waar de lucht en zon doorheen kan komen maar ook energie en netwerken. Nog voor ik zo een dergelijke plek zie beginnen alle systemen signalen af te geven. Op mijn display verschijnt dat ik 612 logo berichten heb. Ai dat is wel erg veel. Ik besluit ze nog maar niet te bekijken maar eerst in te loggen op het netwerk. Ik zoek naar de beelden van de camera die ik op onze plek achter het glas heb gezet. Ik zet de live beelden aan en een dame op een oosters bed wordt zichtbaar. Ik ben getuige van een soort sex lijn. Dat betekent dat ik een verkeerd beeld heb of dat mijn camera… ik blader door de beelden en merk dat alleen de eerste twee dagen beeld geven van het glas. Dan zie ik haar. Ik zie dat ze haar gezicht tegen het glas drukt en zoekt. Ze kijkt rechtstreeks in de camera. Mijn hart staat stil. Daarna verdwijnt ze in de achtergrond. Verdere beelden zijn er niet, maar dit is al voldoende om me even te verstillen. Terwijl mijn brandstofcellen worden opgeladen blader ik door de berichten. De puurwave is wereld nieuws en al gauw is de overheid er achter dat ik daar een rol in gespeeld heb. Mijn baas staat meerdere malen in beeld op mijn display. In het begin nog blij en waarderend over mijn laatste ideeen maar daarna steeds depressiever over de politie bezoekjes en de gelden die naar de terroristische beweging zijn gegaan. Ik besluit niet langer te kijken en geef vol gas en volg het glas naar het oosten.

Tegen het glas

Ooit was er een tijd dat mensen over de steden vlogen en de lichtjes konden zien zoals ik die kan zien van Teheran. Dit zijn beelden zoals die op oude foto’s zichtbaar waren van ver voor het glas. Kilometers lichtjes en streepjes en contouren van gebouwen, straten en reclames. Ik mijmer hoe ik haar dit zou laten zien, de schoonheid van de stad van boven en daarna de bergen en het klooster, de liefde van Ngyuen en Yonin. De sneeuw, de reuzen familie met het gebroken glas. De wolven en de puur kolonisten en tenslotte de wereld onder het glas. De stad verdwijnt een beetje uit het zicht. Het begint een beetje te schemeren als ik zachtjes daal naar de plek waar ik vaak was maar dan aan de andere kant van het glas. Ik zie de bloedspatten op het glas van het monster. De kap heb ik inmiddels open en vredig zak in een zachte slaap. Ik word wakker van een vreemd geluid, de glider piept waarschuwend, ik zoek het gevaar half slaperig als ik achter me een grote zwarte auto ontwaar die in volle vaart in mijn richting komt. Ik zoek mijn stuurknuppel maar ben te laat. Een kraak en vreselijk hard geknars ontstaat en ik voel hoe de glider een heftige knal krijgt en daarna vol tegen het glas aanslaat. Ik zie de stukken in de lucht vliegen als ik zelf ook door de lucht vlieg en met mijn benen hard tegen het glas sla. Ik voel nog de grond op mijn borst. Ik kan draaierig mijn ogen openen en daar ontwaar ik twee bekende figuren op me af rennen. Ik wil opstaan maar mijn benen weigeren. Ik zie een bijl omhoog gaan en weet dat dit het einde wordt en wacht op de klap en zak weg in een heftige draaicirkel.

Haar

De beelden die volgen lopen uiteen van dromen tot haar die naast me ligt. Wat nou werkelijkheid is en droom is in het begin zeer vaag. Soms word ik wakker en zie haar blote mooie rug.
Ik weet nog dat ik tegen haar aankruip en dan weer in soms bewusteloze slaap zak.
Dan komt de dag dat ik wakker wordt van haar handen op mijn borst. Ik voel haar blote lichaam en urenlang is er niets anders dan haar lichaam en de explosie van contact. Dit herhaalt zich vele malen en langzaam knap ik op. Waar zij eerst het initiatief nam ben ik nu in de leiding. Ik til haar door het donkere hol met huiden en takken en neem haar soms hard en soms zacht. Ik weet niet hoe lang het paradijs duurt maar uiteindelijk raakt het eten op en wordt de periodes van haar afwezigheid steeds groter en de buit waar ze mee terug komt steeds kleiner totdat ze terug komt met niets.
De honger neemt toe en haar afwezigheid steeds langer. Op een dag word ik wakker in een leeg bed. Ik besluit naar buiten te gaan in de schemering. Op weg naar de plek waar ik het glas hard heb geraakt. Wellicht is er nog iets van de glider aanwezig, misschien een paar voedsel pillen. Langzaam sleep ik mezelf naar de plek. Van de glider is niet veel over dan een paar schroeven.
Ik ga met mijn rug tegen het glas zitten en blijf daar een paar uur verstijfd wachten totdat ik een schim zie die langzaam nadert. Mijn hart klopt licht over maar ik zie al gauw dat zij het is. Vlakbij zie ik haar ogen, felrood staan. Ik wil haar omarmen en terwijl mijn armen zich strekken voel haar ik haar mond in mijn nek. Haar tanden voel ik mijn vlees binnenkomen en ik zie het bloed uit mijn hals gonzen en tegen het glas aanspatten met harde golven. Ik zie haar mes en voel een koude binnenkomst in mijn maag. Ik zie hoe het mes naar boven gaat. Ik voel het leven me verlaten. Ik ben voedsel denk ik nog. Ik zie nog haar ogen en als ik dan voedsel moet zijn dan maar voor haar en dan wordt het zwart.