zaterdag 17 augustus 2013

De kleine roze krokodil

Jagje kon geen nee zeggen tegen de kindjes die om zijn boom heen stonden. Ze misten hem en wilden heel graag dat hij weer naar de school zou komen om een van zijn vele avonturen te vertellen.
De kindjes hadden van de juf begrepen dat het wel eens zou kunnen komen door dat de juf verloofd was en dat de Jagje wellicht jaloers was. Jagje ontkende dit in alle toonaarden.
Ik verliefd op de juf? Echt niet, ze heeft niet eens grote hoektanden en ze kan ook niet langer dan een minuutje onder water blijven.
De kinderen riepen toen ok, dus je komt weer vertellen? Nu kon Jagje helemaal niet meer weigeren en de volgende dag ging hij weer trouw op het stoeltje in de gang van de school zitten totdat de les was afgelopen.

 De kinderen hadden al gauw door dat hij daar zat en de hele groep rende de klas uit om hem te halen en al gauw zat hij weer voorin de klas met alle kinderen om hem heen. De juf glimlachte lief naar hem en zijn hart smolt weer als sneeuw voor de zon. Is er iets wat jullie willen horen wellicht vroeg Jagje, over de dronken roze Gorilla die zijn woede niet kon beheersen? Of over de zwemwedstrijden misschien of over de slagroom oorlog?

De kinderen begonnen door elkaar te roepen totdat de juf haar hand opstak en vroeg: waarom vertel je niet hoe je zo roze komt en zo goed mensen taal kunt spreken Jagje? Het hart van Jagje leek even dubbel te slaan bij het luisteren naar die prachtige stem van juf Liesje.

Tja zei Jagje, ooit heel lang geleden, woonde hier vlakbij een lief klein meisje. Ze woonde in een hutje dat nu allang is afgebroken. Ze woonde bij haar oude oma, haar ouders waren omgekomen voor dat ze hun had leren kennen.
Ze schenen opgegeten te zijn door de wilde dieren in het bos.
Haar oude oma had het meisje in huis genomen. Het meisje was een beetje raar.
De kindjes in haar omgeving vonden haar maar gek en speelden liever niet met haar.
Soms probeerden de kinderen haar te pesten maar dat had niet zo veel zin want ze reageerde domweg niet. 

Het meisje heette Treintje, ja gekke naam he. De kinderen riepen dan ook van tsoek tsoek poef poef als ze langs liep, maar ja daar reageerde ze ook niet op en die lol ging er dus snel van af.

Maar toch was Treintje af en toe een beetje verdrietig. Stiekem ging ze dan naar de plek waarvan Oma zei dat haar ouders daar waren opgegeten.
Het is een plek midden in het bos vlakbij de rivier, een kleine open plek waar de dieren vaak gingen drinken.
Treintje klom dan zachtjes in een van de hoge bomen en keek naar de vele dieren die daar dan gaan drinken.
Haar oude oma vond het echt niet goed dat ze dat deed want dit was veel te gevaarlijk. Maar Treintje trok zich er niets van aan. Er kwamen veel te leuke dieren en ze kon er uren naar kijken en stelde zich voor dat in elk dier iets van haar ouders zat.

 Soms kwamen er ook gevaarlijke dieren zoals neushoorns of leeuwen. Treintje bewoog dan niet en ze hield er altijd rekening mee dat de wind van de beek af waaide als ze in de boom klom zodat de dieren haar niet konden ruiken.

Op een beetje mistige dag zat ze al de hele ochtend in de boom en wou eigenlijk al gaan. Toen er een hoop beroering uit het water kwam.
Werkelijk de grootste Krokodil die Treintje ooit gezien had kwam uit het water de kant op. Onmiddellijk stoven alle dieren uit de omgeving weg en zelfs Treintje moest de neiging onderdrukken om niet hard weg te rennen.
Maar in plaats dat het gigantische beest achter een van de dieren aan ging bleef het even aan de kant liggen en opende haar machtige kaken.
Uit deze kaken kroop een heel klein mini baby krokodilletje. Nu zag Treintje dat de grote krokodil hevig bloede uit verschillende wonden.
 In het water kwamen nu ook twee boten aanvaren met mannen met geweren en grote witte tropen hoeden. Daar is hij riepen ze.
Onmiddellijk vloog de grote moeder krokodil het water in zodat ze niet meer zichtbaar was. De mannen riepen waar is hij, waar is hij? Een van de boten leek opgetild te worden en slingerde in de lucht. Verschillende mannen vielen in het water en een hels kabaal van geschreeuw en geweer schoten volgde.

Het kleine krokodilletje zat bibberend aan de kant te kijken en riep kleine angst kreetjes. Treintje zag enkele bewegende schaduwen over de plek gaan. Gieren dacht ze, die zouden zich snel te goed doen aan dit kleine wezentje. Zonder te dralen sprong ze uit de boom, pakte de kleine krokodil en rende zo hard als ze kon het bos in.
Totdat ze op een donkere plek buiten adem ze zich in het mos liet zakken. Daar bleef ze zitten met de het bibberende krokodilletje onder haar jas. Even bijkomen dacht ze en al gauw zakte ze in een diepe slaap.

Ze werd wakker van het gepiep van de kleine krokodil die duidelijk in grote angst was. Toen ze haar ogen open deed snapte ze waarom. Om haar heen stonden een hele groep uitgehongerde wolven. Hun grote gele tanden waren ontbloot en het kwijl liep er aan alle kanten uit.
De grootste wolf van allemaal kroop tergend langzaam dichterbij. Hij sliste met een krakerige stem. Het is lang geleden dat ik mensenvlees kon eten. De vorige keer was het een vrouw en een man en die vrouw lijkt wel erg op dit kleine exemplaar.
De wolf kwam steeds dichterbij. Treintje kon zijn vieze adem al ruiken en sloot haar ogen. Dit was het einde, had ze maar naar Oma geluisterd.

In plaats van een harde bijt en pijn hoorde Treintje een harde wolven gil. Ze zag hoe de wolf zijn ogen open sperde van de pijn. Achter hem was de moeder krokodil verschenen en binnen enkele tellen waren de wolven verslagen of  hard weggerend.
De moeder krokodil bleef op de grond liggen met de bek richting Treintje. Treintje wist niet waar ze banger voor moest zijn, de wolven of dit monster.
 Langzaam opende de krokodil haar grote bek en een geur die nog walgelijker was dan van de wolven vulde de neus van Treintje. Toch voelde Treintje dat ze niet bang hoefde te zijn. Wees niet bang voor me mensenkind. Zei de machtige krokodil.
Het verbaasde Treintje niet dat naast de wolf ook de krokodil al kon praten.
Ik ben je dankbaar dat je mijn zoon hebt gered van de gieren en de wolven. Dit waren geen gewone wolven, deze wolven komen uit het oude toverrijk van Altantis.
Altlantis bestaat niet meer, dat is gezonken in de oceaan maar een hoop dieren zijn gevlucht naar het vaste land.
Al deze dieren zijn speciaal. Laup de wolf was een van gemeenste wolven die er bestonden. Gelukkig heb ik hem kunnen verslaan. Maar weet dat er nog meer speciale dieren zijn en die zijn niet allemaal even aardig. Mijn zoon, Jagje is heel speciaal, hij is voorbestemd om ooit over alle dieren te regeren.
Ik kan hem echter niet verder helpen, mijn krachten zijn over en ik zal weldra mijn eeuwige rust krijgen. Ik weet dat hij bij jou in goede handen zal zijn en mocht je ooit in de problemen komen, kom dan naar deze plek en roep dan hard om Rime, hij zal je helpen. Vaarwel zoon en vaarwel mensen kind. De krokodil gleed met een pijnlijk gezicht in het water. Treintje begreep dat de krokodil nooit meer boven water zou komen.

Treintje nam de kleine Jagje mee naar huis maar durfde hem niet aan Oma te laten zien. Buiten had ze een groot roos poppenhuis. Voorlopig kon Jagje daar zich daar in verbergen. Met de nagellak van haar oma maakt ze het kleine wezentje goed roze zodat hij niet opviel in het huisje. Dat deed ze elke dag totdat het niet meer hoefde en het beestje gewoon roze bleef.
Ze voedde het beestje met de slagroom taartjes die haar oom de bakker steeds mee nam. Het beestje at het graag en groeide en groeide.

Tot dat de dag aanbrak dat Jagje niet meer in het huis paste. Overdag ging Jagje het bos in en sliep daar aan de waterkant in het lekkere zonnetje en rond etenstijd ging hij naar het dorp waar Treintje op hem wachtte met heerlijke slagroomtaart en samen kletsten ze dan de hele avond waarna ze beiden op de veranda in slaap vielen.

Vind je het goed dat we het rest van het verhaal morgen vertellen zei de Juf.
Nee, Nee riepen de kinderen, we willen weten wat er met Treintje gebeurd is en wie die andere tover dieren waren.

Jagje zette een streng gezicht op, nee kinderen jullie moeten luisteren naar de juf. Morgen kom ik terug en vertel ik de rest want nu heb ik ontzettend zin in een groot stuk appeltaart.

 De juf bukte voorover en kuste Jagje op zijn voorhoofd. Luister Jagje, jij bent de beste verhalen verteller en je mag altijd je verhalen komen vertellen en nu krijg je van mij die slagroom taart maar eerst zorgen we dat de kinderen hun jasjes aan doen en netjes naar huis gaan.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten