dinsdag 16 augustus 2011

Jagje de roze krokodil en de gekke koeien

Wel alle roomsoesjes nog aan toe. Hans de taartenbakker staarde verbaasd naar de lege schaal op het enige tafeltje op zijn terras. Zelfs geen kruimeltje was meer over van de gigantisch grote slagroom taart die hij een half uurtje geleden trots naar buiten had gedragen. Dit keer wist hij het zeker, deze taart zou de eetlust van Jagje de roze krokodil toch echt moeten stillen. De roze krokodil zat onderuitgezakt op het plastic stoeltje naast de tafel net in de schaduw van de parasol die uit de tafel stak. De rode oogjes van de krokodil keken Hans verwachting vol aan, duidelijk nog niet genoeg voldaan dus dacht Hans. Eeeuh zei de krokodil schuchter en vervolgde: heb je nog van die lekkere slagroomsoesjes die je van de week had, je weet wel met die… roze.. dingetjes er op? Hans wist exact wat de roze krokodil bedoelde. Even denken…. hij moest er een stuk of acht hebben en het was nu al ver in de middag dus veel klanten er voor zouden er niet meer komen. Wellicht de oude Bertha, die wilde om deze tijd nog wel eens langschuiven en een paar kopen als ze bezoek kreeg. Nog nooit had ze meer dan vier gebakjes besteld dus ach.. dacht Hans en liep zijn zaakje in met de lege schaal en legde daar vier soesjes op met een vers kopje koffie en liep weer naar buiten waar Jagje de roze krokodil al lekkerbekkend op hem wachtte.
Een beetje waggel en met een veel te dikke buik bewoog Jagje de roze krokodil zich over het dorpsplein. De Burgemeester liep toevallig net even voorbij en stopte voor een gezellig praatje. De burgemeester kon het niet laten nogmaals te laten weten heel erg blij te zijn met het bezoek van deze hooggeëerde gast en dat hij toch eens moest nadenken om in het dorp te komen wonen. Jagje legde uit dat hij dan zijn dagelijkse bad in de grote rivier moest missen plus wat moesten resus aapjes zonder zijn nachtelijk gezelschap? Laatst waren de 3 jongste aapjes helemaal van slag omdat hun moeder achter de chimpansees aan het rennen was. Dus kwamen ze maar bij hem liggen, hij had geen oog dicht gedaan maar ja dat had hij er wel voor over. Na dit leuke onderonsje sleepte Jagje zich voort over het plein en hoorde de kinderen van de school al woordjes roepen, aap noot mies… Zou hij, ja hij besloot toch even stiekem langs te lopen om een blik te werpen op de mooie schooljuf. Ze kwam uit een klein nat landje waar heel veel mensen wonen waar iedereen altijd haast had. Dit had ze hem verteld op het jaarlijkse dorpsfeest na een paar glaasjes wijn. Was ze maar een krokodil dacht hij dan nam hij haar mee naar de oever van zijn rivier en zouden er weldra heel veel mooie kleine roze krokodilletjes rondzwemmen.
Daar is Jagje, daar is Jagje: riepen de kinderen in koor. Roze is nou eenmaal geen goede schutkleur en verveeld van de saaie taalles waren de kinderen al lang blij met elke afleiding.. Juffrouw Liesje mag Jagje een verhaal vertellen, toe juf… Juffrouw Liesje. Juffrouw Liesje speelde even met de liniaal in haar handen. Ze had allang door dat de kinderen niet veel zin hadden in de woordjes en ach dat laatste uurtje. Ze zwaaide naar de grote roze krokodil die aan de andere kant van het plein een beetje schuchter haar kant op keek en even vertwijfeld bleef staan totdat Liesje er achter aan riep, kom maar Jagje de kinderen willen een verhaal van je horen. De roze krokodil waggelde naar voren en vleide zijn grote roze lijf over de lessenaar van de juf. Wat willen jullie horen klein grut en keek met een vriendelijke lach naar de kinderen voor hem. Het verhaal van de koeien, het verhaal van de koeien riep het roodharig zoontje van de smid. Ja riepen er meerdere kinderen door elkaar, over het gevaarlijkste dier van de wereld. Juf Liesje ging grijnzend op haar stoel zitten en haalde haar haar los toen Jagje zijn verhaal begon met ok ok dat is goed, al heb ik het nu wel heel vaak verteld.


Het gevaarlijkste dier van de wereld.
Ik zat lekker te genieten van het vroege ochtend zonnetje toen een van de resus aapjes aan mijn staart trok. Jagje Jagje er is iets heel ergs gebeurd. Wat dan ? vroeg ik slaperig aan het aapje. Nou het schijnt dat er een paar hele gevaarlijke krokodillen rond lopen op weg naar het dorp. Ze hebben in het vorige dorp erg huis gehouden en de varkens van de plaatselijke boer bijna opgegeten. Ze konden net op tijd vluchten. En nu zijn ze op weg hier naar toe. Ik dacht na, als ze op weg naar het dorp gaan dan moeten ze langs deze plek, krokodillen blijven altijd in de buurt van de rivier. Het dorp is een paar kilometer verder en op weg daarna komen ze langs de koeien van boer Harm. Die koeien gaven de melk die bakker Hans nodig heeft voor zijn taarten en als er geen koeien meer zijn omdat ze zijn opgegeten zijn dan zijn er ook geen taarten meer en dan… Het idee alleen al. Wellicht zouden de koeien kunnen vluchten. Zou de melk dan niet zuur worden van de schrik? Ik wist nu dat ik wat moest doen. Ik zou de krokodillen op moeten wachten en ze tegen houden.
Half in slaap gedommeld hoorde ik een zacht gegrom en toen ik mijn ogen opende zag ik drie grote bruine nijl krokodillen aan komen zwemmen. Ze waren gigantisch, de voorste was zeker twee keer de lengte van mezelf en zijn kaken leken wel geschikt om een koe in een keer te vermorzelen. De grote rij tanden waren duidelijk vaker gebruikt want ik zag dat er een paar tanden miste. De scherpe hoektanden waren er duidelijk nog wel. Ik strekte me even uit. Dit moest de indruk geven dat ik niet erg onder de indruk was van deze aankomende vlees verwerkings fabrieken al was ik best wel een beetje bang. De drie monsters gleden langzaam uit het water en bleven op een metertje of drie afstand van me op de grond liggen. De grootste schoof iets naar voren maar bleef toch voorzichtig op een afstand die groot genoeg was om nog te kunnen vluchten mocht ik het idee hebben om de aanval te zoeken. Niet dat ik dat van plan was, ik had een reputatie hoog te houden en verliezen in een gevecht zou niet de oplossing zijn van dit conflict. In dat geval zou ik wellicht weer moeten leven van de oude vissen in de rivier in plaats van de heerlijke slagroomtaarten uit het dorp.
Dus jij bent dus Jagje de Roze Krokodil, de koning van het oerwoud beneden de Nijl. Het grote monster opende even extra zijn vreselijk grote bek en ik kon de vreselijk stank van bedorven vis ruiken. We hebben veel over je gehoord roze krokodillen koning. Ik voelde me toch licht ongemakkelijk in deze situatie. Ik wist vrijwel zeker dat dit monster hier voor maar een reden was. Het koningschap overnemen over het oerwoud. Het koningschap wat ik heel lang geleden verdiende door mijn overwinning op de krokodillen baas en na de capitulatie van de leeuwenkoning. Dit laatste was alleen om dat de leeuwenkoning doorhad dat ik invloed had op de allergevaarlijkste wezens op de planeet namelijk de mens. Niet alleen invloed ze luisterde duidelijk naar me en deden wat ik ze vroeg. En daardoor wist ik het leven te redden van zijn leeuwenfamilie. Ik heb nooit veel hoeven doen om het regentenschap te kunnen behouden. Ooit was er een gorilla genaamd Ra-ah die aanspraak maakte op die rol en die was met een list makkelijk te verslaan. Een list dat was wat ik nu nodig had. Deze tegenstander zou in een lijf aan lijf gevecht de pan met me aanvegen. Ik keek nog eens goed naar de tegenstander, ik zag dat zijn geschubde huid vol met littekens zat. Dit wezen had vaker een gevecht overleefd dan dat ik slagroomtaarten had gegeten.
Mijn naam is Neterv de verschikkelijke en mijn kompanen zijn Mod de Eenoog, dat oog heb ik er uit gebeten en Tsoew de Sluwe. Tsoew grijnsde zijn tanden bloot, hij miste net zoals zijn baas aardig wat tanden, waarschijnlijk ook door gevechten, wellicht met zijn baas. Je begrijpt wellicht al ging Neterv verder dat we erg honger hebben en dat jouw koningschap ons in de weg staat althans ik neem aan dat je ons geen toegang verleend naar het dorp met alle lekkere hapjes. Ik dacht heel snel na en wist wat ik moest doen. Tja zei ik, van mij mag je naar het dorp, ik laat je er gewoon langs. Ga maar hoor…maar kom niet bij mij klagen achteraf he, nou ik vind het wel mooi zo, ik ga weer een dutje doen he. Jullie vinden of ruiken de weg wel he. Verbouwereerd bleven de drie monsters staan op het pad terwijl ik langzaam naar de schaduw van een boom schoof en me daar installeerde.
Het was Tsoew de Sluwe die het niet vertrouwde en langzaam naar voren stapte en met lijzige stem vroeg: maar Jagje koning der Krokodillen, je bent toch ook de beschermer van de dieren en mensen in het dorp? Ja zei ik wat is daarmee? Nou ik neem aan dat je het niet prettig vindt als wij lekker tekeergaan en de je beschermelingen opvreten? Zei het vieze beest. Nee zei ik, dat gaat je niet lukken maar ga gerust je gang en laat me slapen nu. Om het kracht bij te zetten liet ik een grote gaap, en een dikke naar slagroom ruikende wind en deed mijn ogen een beetje dicht. Tsoew stapte meteen een paar stappen terug. Gedver zei hij, dat is geen normale geur. Ik weet niet baas maar ik heb het gevoel dat we niet zo maar op dat dorp af kunnen stappen. Vertel eens koning hebben de dorpsbewoners soms wapens waarvan wij niets weten? Vol verwachting keken de drie grote monsters me aan. Ik voelde dat ze al een stuk minder van plan zijn om me aan te vallen. Ik keek even hun richting op, Wapens? zei ik, dat is helemaal niet nodig. Rustig sloot ik mijn ogen weer wetend dat ik beet had. Ok.. schreeuwde Neterv terwijl hij dreigend twee stappen naar voren zetten. Als jij mij niet wil vertellen wat daar aan de hand is dan bijt ik het wel uit je en kan ik meteen je belachelijke kroon overnemen.
Oeps dacht ik, misschien had ik hem nu wel te veel getergd. Tja zei ik wellicht win je van me, wellicht ook niet. Ik ben immers wel de koning maar niet het gevaarlijkste dier ter wereld. Verbijsterd keek Neterv me aan. Hoe bedoel je, een leeuw is toch niet gevaarlijker, een olifant wellicht maar die zijn te dom en nijlpaarden lust ik rauw.. dus wat bedoel je .. grauwde het grote monster in mijn richting.
Ga zelf maar kijken zei ik, je komt ze zelf tegen als je op weg gaat naar het dorp. Bij het eerste hek zie je ze lopen. Ze zijn zwart en wit gevlekt en hebben kleine hoorns. Laat je je niet verwarren door hun vriendelijke goeiige uitstraling, ze zijn afgrijselijk. Maar ga gerust je gang, weet dat ik jullie gewaarschuwd heb en deze koning moet nu echt dutje doen. De drie monsters keken elkaar aan, niet wetend wat hier mee aan te moeten en natuurlijk was het Tsoew die de stilte verbrak: Waarom ga je niet met ons mee dan Jagje, jij hebt blijkbaar invloed op ze, wellicht geeft dat ons een vrijbrief om door te lopen. Even ontblootte ik mijn tanden. Oh natuurlijk ik ga wel mee maar ik geef jullie weinig kans, deze koebeesten zijn niet dom maar ik moet toch naar het dorp want ik heb best zin in een slagroomtaartje en terwijl ik dit zei knikte ik naar mijn geliefde resusaapje die boven in de boom het gesprek had gehoord. Onmiddellijk zwaaide hij van tak naar tak, vooruit naar het dorp, hopelijk begreep het kleine aapje mijn list.
Het moest een raar gezicht zijn, de drie voorzichtig sluipende krokodillen met daarvoor rechtop lopend een roze exemplaar. We kwamen uit het oerwoud op het open gedeelte waar de houten hekken stonden van boer Harms. De koeien stonden rustig te grazen, al loeiden ze wel een beetje veel voor de tijd van het jaar. Of zou dat door het resusaapje komen wat nog net achter het gras wegsprong?
Ik hield de drie tegen en wees op de zwart wit gevlekte gevallen die achter het hek stonden te grazen. Ik had ze al herkend het waren Snikki, Snokko en Snakka. De meest productieve koeien van boer Harm. Ik had ze al meerdere malen gesproken en geprezen voor hun heerlijke melk waar de bakker Hans geweldige dingen meedeed. Mod gleed onder het hek door op weg naar de eerste koe. Deze begon terstond hard te loeien waardoor Mod stokstijf stil bleef staan en daarna beverig en angstig weer achteruit terug kroop al ware het een teruggespoeld youtube filmpje. Laat mij maar zei ik, en ik kroop voorzichtig onder het hek door op weg naar de drie dames. Ik zag nog even in een glimp de drie nijlkrokodillen met grote ogen naar me kijken. Snikki keek het eerst op, met haar grote donkere ogen keek ze me vol en haar grote lippen stopten even met het malen van het gras. Zachtjes zei ze tegen me dat ze de boodschap had ontvangen van het resusaapje en begon toen hard te loeien. Ik ging rechtop staan, deed mijn dikke roze buik naar voren en ontblote mijn grote witte tanden en gromde hard.
Neterv wist niet wat hij zag, in eerste instantie zag hij de bekende krokodillen aanval waar bij de bek ver open ging en naar voren schoot maar toen richtte de voorste koe zich op en torende met zijn grote zwart witte lijf boven de roze krokodil uit. Onder de poten van de koe zaten duidelijk harde hoeven en die daalden met volle vaart op het hoofd van de koning van het oerwoud. Deze schudde vertwijfeld met zijn hoofd en deed een tweede poging met zijn bek open. Inmiddels had de koe zich omgedraaid en met de achterpoten achteruittrappend ving hij de koning op. De koning vloog zeker vier meter in de lucht en lande op zijn billen diep in het gras. Onmiddellijk stond hij weer op een rende in volle vaart grommend weer op de koe af met zijn tanden geheel ontbloot in een alles of niets poging dit dier in stukken te scheuren. De koe was inmiddels op haar achterpoten gaan staan zodat haar uiers vol naar voren staken maar nog belangrijker de hoeven van voorpoten stonden te wachten op de krokodil al ware zij een volleerde bokser. Dat laatste klopte aardig, nog nooit had een koe zulke sierlijke stappen gemaakt als deze Snikki. Terwijl ze haar dans uitvoerde kwamen de voorpoot hoeven overal op de roze krokodil neer. Deze waggelde en bleef even verdwaasd rechtop staan waarna de koe zich weer omdraaide en de krokodil voor de tweede keer enkele meters in de lucht verplaatste. Weer stond de krokodil op echter om meteen daarna weer door zijn poten te zakken en uitgeteld te blijven liggen.
Geschokt keken de drie nijl afgezanten naar het schouwspel. Wat was dat voor een afgrijselijk zwart wit monster dat achter dat hek tekeer ging. Inmiddels kwamen Snikki, Snokko en Snakka gezamenlijk licht loeiend hun kant op schuifelen. De drie monsters keken elkaar verschrikt aan en name het zekere voor het onzekere. Krokodillen kunnen naar verluid heel hard lopen. Harder dan menig mens maar de snelheid die deze dieren ten toon spreidden was echt fenomenaal. Binnen enkele seconden hoorde Snikki, Snokko en Snakka drie harde plonsen als teken dat de drie de rivier hadden bereikt.
Ik kon in ieder geval weer met een gerust hart rechtop gaan staan. Bij de laatste schop had de beste koe me iets te enthousiast geraakt zodat ik niet echt mijn best hoefde te doen om achter uit te springen. Ik glimlachte , ik zou zeker een goede blauwe plek overhouden. Snikki besloot me een wasbeurt te geven met haar grote leemleren tong. Dat hoefde nou ook weer niet. Verderop zag ik de dorpsbewoners al staan zwaaien en juichen over de goede afloop van dit avontuur en onthoudt allemaal kinderen: de koe is het gevaarlijkste dier ter wereld en zou Hans al weer een…..



De kinderen juichten in koor nog eentje nog eentje… Jagje de roze krokodil voelde zich letterlijk en figuurlijk opgeblazen. Hij liet een harde boer en de hele klas was in een keer helemaal stil van de slagroom walm die door het klaslokaal waaide. Het was eigenlijk geen klaslokaal maar een open plek met een afdak waaronder de oude houten bankjes en tafeltjes stonden. De Juf klapte in haar handen en riep hoogste tijd om af te ronden, bedanken jullie Jagje even en weldra stoofde de hele horde kinderen af op het grootste roze knuffeldier ter wereld. De koning van het oerwoud onder de Nijl werd bedolven door een hele klas kinderen die hem knuffelde. Ho ho maar straks komt de slagroomtaart er weer uit protesteerde Jagje maar hij wist ook wel dat dat niet veel zin had met deze kinderen. We laten je los als je nog een verhaaltje vertelde zei een van de kleinste meisjes van de klas terwijl ze hem ondeugend aankeek. De juf kwam tussenbeide, legde een hand op het hoofd van Jagje en zei : nou morgen weer een dag en ik denk dat Jagje morgen middag graag terug komt he ?
Ja knikte Jagje verliefd..

Geen opmerkingen:

Een reactie posten